De scharniermomenten van Koen De Graeve

In lange acteercarrières ontdek je altijd momenten waarop een acteur of een actrice een stap gezet heeft.  Soms is het een sprong. Of een reuzensprong zelfs.  Bij Matthias Schoenaerts is er duidelijk een voor en na als je het over ‘Rundskop’ hebt, en hetzelfde kan je zeggen met Veerle Baetens en Johan Heldenbergh met ‘The Broken Circle Breakdown’. Voor Matteo Simoni zal ‘Marina’ altijd een scharnierpunt zijn en Tom Audenaert zal nooit ‘Hasta La Vista’ kunnen vergeten.  Koen De Graeve, die momenteel nog te bewonderen is in ‘Onder het hart’, moet ook van die scharniermomenten hebben. We kunnen er zelf wel enkele noemen, maar we vroegen hem wat hij als de scharniermomenten in zijn carrière ziet.  En dat was een vraag waar hij niet licht over ging. Lees maar.

“Een absoluut scharniermoment  is ‘Ivanov’ geweest, een voorstelling die we in 2000 met het Toneelhuis brachten.  Door omstandigheden was dat een heel verwarrende periode. Mijn ma is in die periode heel ziek geworden, ik heb tijdens die productie Jaan (nvdr Ariane Van Vliet, zijn vriendin en levenspartner) leren kennen, en doordat ik de hoofdrol speelde, was ik zo uitgemergeld en on top of it, tegelijkertijd, dat ik er onderdoor ging.  Na tien voorstellingen werd ik vervangen. Dat is eigenlijk boven mijn hoofd beslist. Maar er moest iets gebeuren. Alles zat scheef bij mij. Ik wisselde toen van rol, maar daarna zat ik zo laag qua zelfvertrouwen dat ik niet meer op durfde. Ik heb daar de hele tijd achter de coulissen gestaan, met de daver op mijn lijf. Ik had geen schild, geen inspiratie, geen verbeeldingskracht, geen inwendige noodzaak meer, ik voelde een totale leegte, stond op wankele poten, en ik weet nog dat ik dacht : ‘Als ik nu niet op ga, dan ga ik nooit meer op. Ik moet dit overwinnen. Als ik wil.  Wil ik dat?’ En echt paniekerig, tot tranen bewogen, zie ik nog hoe Koen Van Kaam, die mijn rol had overgenomen, me heel warm toekeek :  ‘Als je komt, ik ben er.’  Hij was al aan het spelen, Ivanov.  Ik ben toen echt lettterlijk, voetje voor voetje, uit de coulissen geschuifeld en beginnen tekst geven. En langzaamaan ebde de tristesse weg en kwam de kwaadheid naar boven.  En een liefde om in dat moment te zijn. En daar is voor mij een absoluut, primordiaal belang van de verbeelding naar boven gekomen.  Als je geen verbeelding hebt, kan er geen zelfvertrouwen zijn. En als er geen zelfvertrouwen is, kan je niets overbrengen aan mensen die wachten op een geïnspireerde vertolking van een gedachte. Dat is er toen bij mij zo diep ingegrift, dat je niet zomaar kunt staan wauwelen en doen alsof je speelt. Er moet een verbeelding zijn. Dus dat was een scharnierpunt.”

Qua film is dat scharnierpunt gekomen toen ik het eigenlijk voor het eerst boeiend vond wat ik deed. Tot dan dacht ik : “Ik kan me niet inbeelden dat dat boeiend is als acteur.” Maar die eerste keer was dus in ‘Dagen zonder lief’. Het eerste moment dat ik met Felix (Van Groeningen) werkte. Ik denk dat hij daar een ziel heeft aangeraakt en dat die film een elegantie heeft.  Als je erin wordt gezogen, geraak je niet meer uit die film.  Het was de eerste keer dat ik voelde dat mijn adem als speler kon samenvallen met die van een personage.  In het theater is dat anders. Je hebt een code die je beantwoordt, een speelsheid en een rauwheid. De mate van verbeelding overstijgt het realistische.  En dat mag ook, het is zelfs best zo in het theater. In het beste geval kan het af en toe eens terugkeren naar het realisme, maar in film gaat het daarover. Toch zeker in het soort film dat wij de laatste tijd gemaakt hebben. Ik mis soms wel een beetje de verbeeldingskracht in de cinema, dat het wat meer mag zijn dan realisme. Goed, dat was daar de eerste keer dat het samenviel, dat je echt in een bel kon zitten van 20 seconden, 30 seconden.  Als je in ‘the zone’ bent, dan weet Felix als geen ander welke woorden dan nodig zijn om je daar nog even te houden.”

Check Also

‘Skunk’ scoort!

Wat een vliegende start voor SKUNK in zijn openingsweek! De film heeft meer dan 10.460 toeschouwers …