Docville : Liesbeth De Ceulaer over ‘Behind the Redwood Curtain’

‘Behind the Redwood Curtain’ maakt een meeslepende tocht doorheen het duistere en wonderlijke Redwood Forest. Zeven verschillende woudbewoners – houthakkers, wetenschappers, activisten en Native Americans – tonen ons hun leven in de wildernis. Een leven zonder Walmarts of Starbucks, maar in small towns en met big trees. De immense en oeroude Redwoods isoleren de streek maar de buitensporige houtindustrie brengt de unieke biotoop in gevaar. Met een eigenzinnige blik toont Liesbeth De Ceulaer de uiteenlopende overtuigingen, dromen en angsten van de verschillende woudbewoners in een fascinerend verhaal over de relatie tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving.

De wereldpremière van ‘Behind the Redwood Curtain’ is voorzien voor woensdag 8 mei om 19u30 in de Soetezaal van ’t Stuk. De film wordt vooraf gegaan door de film ‘Brussels Express’ van Sander Vandenbroucke.

Hoe bent u ertoe gekomen om uw film te maken? Was het vooral het onderwerp dat u aantrok?

“Tijdens het maken van mijn eindwerk kwam ik reeds in contact met mensen die een teruggetrokken bestaan leiden in het woud. Dit fascineerde me enorm en ik besloot een film te maken over het woud en zijn mysterieuze aantrekkingskracht. Een paar jaar daarvoor was ik tijdens een road trip toevallig beland in het Redwood Forest. De imposante bomen, kleine dorpjes en mistige sfeer spraken me enorm aan. Al gauw was het duidelijk dat dit het woud was waar ik een film over wou maken. Tijdens de researchperiode stuitte ik constant op nieuwe en intrigerende verhalen, onderwerpen, personages,… die zich allen bevonden binnen het woud. Activisten, houthakkers, wetenschappers, Native Americans,… elk hadden ze een eigen leven dat rond het woud en de bomen draaide, en dat ik graag wou vertellen.”

Was het verhaal moeilijk in beeld te brengen?

“Een groot deel van de film, van het verhaal, is het in beeld brengen van het woud zelf. Op voorhand werd een bepaalde stijl uitgedokterd. Het woud kwam bij mij duister en mysterieus over en zo wou ik het ook in beeld brengen. Voor we aan de opnames begonnen hadden we al veel tijd gestoken in het zoeken van een juiste locatie en werd bepaald op welk uur van de dag zouden draaien. Het Redwood Forest is gewikkeld in een mistlaag. Die is er bijna zeker ’s ochtends en ’s avonds dus dat waren de momenten dat we draaiden. Als we door de dag filmden was het een gok of de mist zou blijven hangen. Meermaals hebben we uren rond gereden op zoek naar mist en daardoor kregen we van een personage de bijnaam ‘fog-hunters’. Een aantal keren hebben we ook een opname op het laatste moment moeten afzeggen omdat de sfeer niet juist zat.”

“De praktische uitwerking van het filmen in een woud was niet altijd evident… Vaak baanden we ons gedurende uren een weg door een dik begroeid woud. We moesten over omgevallen bomen klauteren die een heel stuk boven ons uitstaken. Soms zakten we tot aan ons middel weg in de onstabiele ondergrond. Het was niet altijd makkelijk maar wel avontuurlijk en dat vonden we allemaal best leuk. We hebben ook de activisten gefilmd in hun kampen in de kruinen van de bomen, zo’n 50 meter boven de woudboden. Een platform is ongeveer zo groot als een deur en hangt met enkele koorden vast aan de boom. Dit gaf de cameraman niet veel bewegingsruimte. Toen we daar met twee de nacht op moesten doorbrengen moesten we toch wel even slikken. Maar als je dan ’s ochtends gewekt word door een nieuwsgierige eekhoorn en je ziet de mist door de bomen golven, word die angst vervangen door verwondering.”

 

Hebt u de film met grote middelen gedraaid?

“Samen met mijn producent Minds Meet en Co-producent Stempel hebben we subsidies gekregen van het VAF & CBA. We hebben het meeste gehaald uit de middelen die we hadden. De drijvende kracht achter de film was niet een uitpuilende portefeuille maar de inzet en het enthousiasme van de medewerkers. Ik ben zeer blij dat de film zo gemaakt is kunnen worden.”

 

Wie hanteerde de camera? Wie deed het geluid? De montage? Is de samenwerking goed verlopen?

“Ik heb gewerkt met twee cameramannen en twee geluidsmannen: Pierre Schreuder en Grimm Vandekerckhove hebben het beeld verzorgd; Gert Verboven en Kwinten Van Laethem het geluid. De eerste draaiperiode was met Pierre en Kwinten maar wegens ziekte zijn beide vervangen geworden. Dit was uiteraard niet evident maar aangezien de stijl van de film op voorhand bepaald was, konden Grimm en Gert zich zeer goed vinden in wat ik voor ogen had. Ik zag hen niet als vervangers maar als een verrijking voor de film. Naast een camera- en geluidsman was er ook telkens een assistente mee. Vanaf de eerste researchtrip tot de laatste draaiperiode was dit Flo Flamme, waar ik zeer hard op kon steunen. Het was geweldig om met een sterke ploeg te kunnen werken met wie ik ook een vriendschappelijke band had.”

“De maquettebeelden zijn met Emma De Swaef gemaakt. Een maand lang hebben Emma en ik in geïmproviseerde studio’s de maquette’s voorbereid en gefilmd. Dankzij haar enthousiasme, kennis van haar vak en oog voor detail was het een waar privilege om met haar samen te kunnen werken. Pierre en Grimm namen camera en belichting voor hun rekening en een team van zo’n 10 vrienden hielpen mee met het maken van de bijna 100 miniatuurbomen.”

“De montage heeft Tom Denoyette voor zijn rekening genomen. Ook dit was een zeer aangename en vruchtbare samenwerking. Wanneer er moeilijke beslissingen gemaakt moesten worden, kon ik daar altijd goed met hem over praten. Na vele weken zwoegen hebben we samen het beste uit de beelden gehaald.”

 

Is er veel tijd gegaan over de ontwikkeling van het project?

“Tussen het ontstaan van het idee en de première op Docville is zo’n vier jaar gegaan. Het was soms moeilijk om zo lang aan een film te werken zonder tastbare resultaten. Als er iets goed is gelukt, staat er alweer een volgende onzekerheid te wachten. Maar ik hou ervan de tijd te krijgen om me helemaal onder te dompelen in een onderwerp en om m’n ideeën bij te schaven. Vier jaar valt eigenlijk nog goed mee.”

 

Ziet u zichzelf als documentairemaker? Of bent u een filmmaker die zich ook aan fictie zal wagen?

“Ik hou van documentaire. Het is een medium waarbinnen ik me helemaal vrij voel. Ook de praktische kant staat me aan; ik reis graag, ik ontdek graag plaatsen waar ik nog nooit ben geweest, ik ontmoet graag nieuwe mensen,… Er zijn zeer veel tussenstappen tussen pure fictie en pure documentaire. Mijn films vertrekken vanuit de werkelijkheid, maar er sluipen constant fictie elementen in. Zo ensceneer ik de personages vaak maar film ik ook tussen de scènes door. Ik denk dat ik het nog even bij documentaire ga houden maar ergens in mijn achterhoofd ontwikkelt zich wel al een fictiefilm.”

Wat is voor u het belang van Docville?

“Docville is het documentairefestival van Vlaanderen. Al jaren bieden ze een interessante en frisse selectie. Het is een hele eer dat de film daar in première kan gaan.”

Waarom moeten mensen volgens u absoluut uw film zien?

“’Behind the Redwood Curtain’ vertrekt vanuit mijn persoonlijke fascinatie tot het woud maar ik hoop dat hij iets zegt over de relatie tussen de mens en de natuur in het algemeen. De film benaderd een probleem vanuit zo veel mogelijk standpunten. Hierdoor kan iedereen een nieuwe kant van het verhaal zien en begrijpen.”

 

Documentaires worden alsmaar vaker vertoond in het reguliere circuit. Hoopt u op een bioscooprelease of zit dat er niet in? Hebt u ook internationale ambities met uw film?

 

“Van 15 tot 21 mei zal de film vertoond worden in Cinema Aventure te Brussel. Samen met mijn producenten proberen we de film ook op goede, internationale festivals te krijgen.”

Zie ook :

de site van Docville

de site van de film

Sander Vandenbroucke over ‘Brussels Express’

Ibbe Daniëls over ‘Rêve Kakudji’

Bram Conjaerts over ‘The Circle’

Steven Dhoedt over ‘State of Play’

Vincent Coen en Guillaume Vandenberghe over ‘Cinéma Inch’Allah’

Jozef Devillé over ‘The Sound of Belgium’

 

Check Also

Sarah Vandeursen over haar rol in ‘Skunk’!

Sarah Vandeursen brak bij het grote publiek door als Conny Komen, een van de twee …