Hakuna : het castingbureau van Nabil Mallat en Chafic Amraoui

Nabil Mallat en Chafic Amroui runnen sinds enige tijd het castingbureau Hakuna waarmee ze acteurs zoeken voor films, maar ook voor video-en reclameclips. Nabil ken je als acteur uit ‘Broeders’, de film van Adil El Arbi en Bilall Fallah. En ook in hun eerste langspeelfilm, ‘Image’, die op 8 oktober in de bioscopen komt, speelt hij de hoofdrol. Geloof ons, hij wordt een naam in de Vlaamse film die niet meer te negeren zal vallen. En hij heeft nu dus ook een eigen castingbureau : Hakuna!

Samen met zijn kompaan en zakenpartner Chafic organiseert Nabil castings. Maar dat niet alleen, samen schuimen ze de straten af op zoek naar talent. Zo hebben ze voor ‘Black’, de tweede langspeelfilm van Adil en Bilall, die deze zomer in Brussel wordt opgenomen, maar liefst 450 mensen aangesproken die een casting kwamen doen. De meesten van hen waren Franstalig. Want ‘Black’ speelt zich grotendeels af in de kringen van de straatbendes die bepaalde wijken van Brussel terroriseren en daar is de voertaal in de eerste plaats Frans.

Chafik Amraoui

450 mensen die op auditie komen voor één film, dat is een pak volk. Maar dat volk kwam graag, zo legt Chafic uit.

Chafik : “Er waren zelfs mensen die zich kwamen aanmelden die niet voor de casting hadden ingeschreven. We hadden enkele flyers opgehangen aan het pand waar we de casting organiseerden, Darkom in Brussel, zodat de mensen wisten dat ze aan het juiste adres zaten, maar bepaalde voorbijgangers kwamen zelf binnenpiepen.”

Chafic runt de zaken bij Hakuna, zo heet het bureau, samen met Nabil Mallat, maar Nabil is op het eerste gezicht een stuk luider en meer aanwezig. En Chafic laat hem zijn zakenpartner dan ook zonder problemen het woord voeren.

Mallat : “Toen we ermee begonnen om op straat gewone mensen aan te spreken, stootten we eerst op ongeloof. Als ik vroeg ‘Zou het je interesseren om in een film te spelen?’, werd ik uitgelachen. In het hoofd van heel wat jongeren met een vreemde achtergrond leeft er zoiets als : “Hé, dat kan niet.” Ze gaan ervan uit dat zulke mooie kansen niet zomaar op straat voor het rapen liggen. En dan laat je hen de trailer zien, en zie je meteen de hoop en ambitie groeien om toch een rol te krijgen.”

’ARE YOU TALKING TO ME?’

Nabil Mallat

Mallat : “We hebben allemaal al wel eens voor de spiegel gestaan om scènes als ‘You’re talking to me?’ uit ‘Taxi Driver’ en zo te spelen. Maar dat wijst niet op ambitie om te acteren. Dat is gewoon gek doen. Zeker in het tijdperk van iphones en andere smartphones maakt iedereen filmpjes van zichzelf. De meesten zijn al lang vertrouwd met een camera. Iedereen doet typetjes. Iedereen is daar mee bezig. Maar niemand die eraan denkt : ‘Als we dat kunnen, komt hier straks iemand met dikke dollars zwaaien om ons een rol te geven’. Terwijl bij velen wel die verre droom leeft. Want als je werkelijk aan iemand gaat vragen om mee te spelen, dan zijn er heel weinig die neen zullen zeggen. Er zijn heel veel van die jongeren die een online-dagboek maken met allerlei filmpjes op het internet. Alles wat ze hebben meegemaakt, spelen ze ook een beetje uit zonder dat ze dat zelf doorhebben.”

Maar deelname aan een casting is nog lang geen garantie op een rol. Er waren nu 450 kandidaten voor 17 rollen. Blijkbaar zijn er dan toch niet zoveel jonge mensen met talent.

Mallat : “Jawel, maar je haalt er de allerbeste uit. En de types die je echt zoekt. Sommigen waren heel goed, maar waren niet de mensen die we nodig hadden voor de rollen. En je kunt ze niet allemaal aan het werk zetten. Op de duur deed het gerucht de ronde dat ‘Black’ een supercool project was en stonden de mensen aan te schuiven om te mogen meedoen. En zij die uiteindelijk niet geselecteerd zijn, willen wel nog meedoen. We hebben figuranten nodig voor een hiphop-avond, voor een relscène en meer van die dingen. Wel, door die castings hebben we al een heleboel mensen die gegarandeerd zullen meedoen.”

TALENT VAN DE STRAAT

Maar uiteraard is niet iedereen die iemand nabootst een goeie acteur. Nabil Mallat zelf is dat wel. Wie hem aan het werk zag in ‘Broeders’ weet dat hij uitstraling in overvloed heeft. Geen toeval dat Adil El Arbi en Bilall Fallah hem wilden voor de hoofdrol in hun ‘Images’.

“Het heeft te maken met ‘het vinden van de trigger’. Hadden ze een paar jaar geleden tegen mij gezegd : ‘Je bent een goed acteur’, ik zou gezegd hebben : ‘Bol het eens af, gast!’ Het gaat er vooral om dat je de camera accepteert. Als je mensen vraagt om gewoon eens gek te doen, dan zijn ze tot alles bereid. Maar als je er een camera op richt, voelen ze zich bekeken. Het is raar om te zeggen, maar je moet doen alsof de camera er niet is. En toch moet je hem voelen.”

Wellicht heeft het ook met vertrouwen te maken. Mensen moeten zich durven te gedragen alsof de camera er niet bij is.

“Ja,” zegt Nabil, maar hij gaat niet helemaal in de redenering mee. “Ik geef niemand valse hoop. Veel van de jongeren die je op straat aanspreekt, ‘krijgen het meteen hoog in hun bol’. Dat gebeurt heel vaak. Ze gaan er nog een schepje bovenop doen. En zo verliezen ze net wat ze hebben. En die breek ik weer af. Ze moeten de realiteit kennen. ‘Jow, ik zeg niet dat jij acteur bent, ik zeg niet dat je de rol hebt, we gaan gewoon kennismaken.’ Ze moeten zich niet meteen al te veel illusies maken. We gaan eens praten. En is het goed wat ze doen, of niet, daar beslis ik uiteindelijk niet over. Ik zoek gewoon de mensen die ‘een kop’ hebben. Maar wat ze met die kop kunnen doen, of ze kunnen acteren, dat is aan de regisseurs om uit te maken. En als het nodig is, dan ga ik even hun handje vasthouden. Tot ze over die eerste barrière geraken. Bij de eerste ronde neem ik ze allemaal persoonlijk onder handen. Bij die 400 jongeren die een auditie kwamen doen voor ‘Black’ heb ik dat ook gedaan. En dan ben ik eerst heel hard tegen hen. Zodanig dat ze meteen ook voelen dat het er hard kan toegaan. En dan zie je ook meteen of je angst in hun ogen kunt zien. Of je voorbij die stoere façade kunt gaan. Er zijn meisjes die tijdens die eerste improvisaties beginnen te wenen, dat gebeurt. En als ze dan nog willen terugkeren, dan wil het echt zeggen dat ze er zin in hebben, dat ze echt willen. Maar op die improvisatieronde ben ik ‘the worst case scenario’, zowel in fysiek, taalgebruik, alles… Ze gaan er woorden horen die ze nog nooit van hun leven gehoord hebben. Maar ze gaan wakker geschud worden. Als ik zeg tegen een jonge kerel : ‘Nu moet je angst tonen’, dan zal die keihard moeten nadenken. Maar als je zegt : ‘Je bent in Brussel, midden Molenbeek, en je staat op de laatste bus te wachten. Er is niemand op straat. En opeens komt er een bonk van een kerel op je af en hij bekijkt je alsof hij je wil vermoorden.’ En dan begin ik. Ik ga erop af, ik grijp hem vast, duw hem tegen de muur en kijk er dwars doorheen. Dat hij het gevoel heeft dat hij voor zijn leven moet vechten. En op dat moment zie ik of hij het kan of niet. Daar gebeurt het.”

EN FRANçAIS DE LA RUE

Voor ‘Black’ hebben Nabil en Chafic bijna uitsluitend Franstaligen gezocht. Want het verhaal speelt zich af in en rond Brussel. In de gangs wordt daar voornamelijk Frans gesproken. Chafic kan zich behelpen. Maar Mallat is altijd vlot geweest in talen, zo zegt hij. Opgegroeid in Antwerpen en vlot Nederlandstalig, maar hij schakelt even gemakkelijk over op Engels, Frans of Magrebijns Arabisch. “En dat helpt wel. In Brussel moet je niet gewoon Frans spreken. Je kunt Frans spreken en je hebt ‘dat taaltje’. Dat taaltje van ‘yo bro’ en ‘shit’, dat bestaat ook in het Frans. Als je die jongeren in hun taaltje kunt aanspreken, dan heb je al een connectie.”

vlnr. Adil El Arbi, Bilall Fallah, ene Carolien van Caviar, Nabil Mallat en Chafic Amraoui

 

WERELDBURGERS

Het is niet dat hij zijn eigen Frans op straat heeft geleerd. Nabil is geboren en getogen Antwerpenaar. En zijn Frans heeft hij als kind geleerd bij ‘Club Dorothée’, een kinderprogramma op TF1. “Daar toonden ze ‘The Power Rangers’, ‘Bioman’, ‘Dragon Ball Z’, maar dan allemaal in het Frans. ‘Chevaliers du Zodiac’, enzovoort. Als kind is je verbeelding zo groot dat je begrijpt wat er gebeurt. En na verloop van tijd, leer je ook de taal. Ik keek veel Franse televisie met mijn moeder. Ik heb ook zes jaar lang in Brussel gewerkt, in een hotel. Ik heb drie jaar lang samengewerkt met mensen uit Brussel die naar Antwerpen zijn komen wonen. Gewoon al sprekend de taal geleerd. En met Engels net hetzelfde. ‘The Fresh Prince of Bel Air’, dat was mijn vieruurtje na school. Geen huiswerk : Fresh Prince. Dan pas huiswerk. Zo leer je dat. Mijn ouders waren ook altijd vlot in talen. Mijn vader is overleden, maar hij sprak negen talen. Dat is Antwerpen. Er zijn hier zoveel nationaliteiten dat je echt een wereldburger bent als je met al die mensen optrekt. Je kunt hier al die talen leren. De mogelijkheden zijn er.”

 

Zie ook :

Op de set bij Adil en Bilall 

Check Also

Ontdek de trailer van ‘Il Pleut Dans La Maison’!

‘Il Pleut Dans La Maison’ is de alom gelauwerde debuutfilm van de Belgische cineaste Paloma …