IKL : ‘Drôle d’oiseau’ van Anouk Fortunier

Studenten moeten tegenwoordig keihard knokken om een plekje te bemachtigen in de competities van het IKL, maar deze studente kon na haar overwinning in de competitie van de studentenkortfilms op het Filmfest Gent eigenlijk gewoonweg niet ontbreken in Leuven.  Nog een vrouwelijke regisseur trouwens.  Het is nog geen 50/50, maar laten we zeggen dat de vrouwelijke filmmakers op het Kortfilmfestival zeker al geen pijnlijke minderheid meer zijn.  Wij in ieder geval blij dat Anouk Fortunier erbij is in Leuven.  Want ze heeft een mooie film gemaakt en ze heeft ook nog onze vragenlijst beantwoord.

1) Waarom hebt u deze kortfilm gemaakt? Wat wilde u vertellen?

Twee zomers geleden reed ik met mijn vader door Frankrijk om er mijn oma te gaan bezoeken. Om niet met lege handen bij het rusthuis aan te komen (mijn vader was zijn portefeuille vergeten in de ochtendhectiek) gingen we op zoek naar een park om er bloemen voor mijn oma te “zoeken”. Met nog bloed aan onze handen van de vele doorns kwamen we aan in het rusthuis en mijn oma fleurde helemaal op van zoveel rozenpracht. Ik zag hoe mijn vader van dit grijze rusthuis een kleurrijk feest wist te maken: hij stelde mijn oma aan allerlei oude mannen voor, draaide rondjes met haar in haar rolstoel, racete met haar door de gangen van het tehuis en er ontstond een waar feest op de muziek van Dalida waarbij zelfs de verpleegsters zich aan een dansje waagden. Mijn oma proestte bijna haar vals gebit eruit van het lachen en zei dat ze in jaren niet zoveel plezier had beleefd. Ik observeerde dit alles en dacht: ik moet deze deze bizarre maar ook prachtige momenten vereeuwigen.

Mijn semi-autobiografische kortfilm gaat over een bipolaire vader en zijn dochter. Door deze kortfilm te maken wilde ik o.a. vertellen dat er niet zoiets bestaat als een geijkte of correcte opvoeding. Dat er nog zoveel taboe heerst rond psychologische problemen, depressie of bipoariteit, alsof er een soort menselijke bakvorm bestaat waar we allemaal in zouden moeten passen. Iedereen heeft zo zijn eigen demonen, zijn bizarre kantjes die mensen nu eenmaal maken tot wie ze zijn. Ik wil de schoonheid hiervan proberen in te zien en vastleggen, in plaats van die eigenaardigheden weg te stoppen of lam te leggen door middel van medicatie.
Bovendien bezitten bipolaire mensen vaak karaktereigenschappen die ik graag in filmische personages terugvind: een honger naar avontuur,een zekere hooggevoeligheid,passie … Uiteraard ben ik mij ook bewust van de heuse schaduwzijde…Maar juist dit maakt voor mij de personages driedimensional: afgevlakte voorspelbare karakters die perfect in de pas lopen zijn geen boeiende filmpersonages.
Ik schreef dit verhaal vanuit de leefwereld van een kind van 10. Zoals ieder kind idealiseert ze haar ouders, in dit geval haar vader; hij is haar held, wat hij ook doet, wat hij ook zegt. Ondanks de zware thematiek wilde ik teveel melancholie vermijden maar een genuanceerd beeld schetsen en daar horen ook vrolijke en absurde momenten bij.

2) Wat is de synopsis/pitch van uw film?

In ‘Drôle d’oiseau’ wordt Zoë na een schooldag opgepikt door haar bipolaire vader, Pierre. Gewapend met haar fantasie, tracht ze de problemen waarmee haar vader dagelijks kampt te verzachten. Het is een beetje zij tweeën tegen de wereld, een grijze wereld die ze gelukkig de baas kunnen met hun kleurrijke verbeelding.

3) Hoe hebt u uw cast en crew gevonden?

Ik kan het moeilijk uitleggen, maar Tibo Vandenborre was de eerste en enige acteur die ik in gedachte had.
Al moet ik toegeven dat ik wat onzeker was voor Tibo zijn reactie toen ik hem mijn scenario stuurde. Als je eerste kortfilm autobiografische elementen bevat brengt dat extra kwetsbaarheid met zich mee. Toen hij me opbelde en zei dat het scenario recht door zijn hart ging, wist ik het zeker: Tibo was de “Pierre” uit mijn verhaal. Bij het bespreken van de rol brachten we onze chaotische gedachten tot samenhang en het was zalig om op zo’n intuïtieve en natuurlijke wijze te werk te gaan.



In mijn zoektocht naar een meisje voor de rol van Zoë kreeg ik de hulp van Sebastian Moradiellos en Stéphanie Koplowicz, ik mocht een casting bij M-Casting organiseren. Elsa Houben had wat ik zocht: enerzijds dat kwajongensachtige maar nog steeds frisse kind dat zich niet zelfbewust gedroeg voor de camera, anderzijds een zekere maturiteit.-, ze was niet bang om Tibo recht in de ogen aan te kijken.
Roxanne Sàrközi, mijn beste maatje, heeft de productie grotendeels onder handen genomen. Ook Joppe, mijn monteur, ken ik al meer dan 10 jaar. Zij weten dan ook perfect hoe ze mij moet boosten wanneer ik het bos niet meer door de bomen zie, en het is zalig om dit avontuur met hen te hebben meegemaakt.
De rest van de crewleden waren grotendeels vrienden en mensen die Fiona Brailon, mijn DOP, had aanbevolen.

4) Hoe bent u er in geslaagd uw film te financieren?

Ik heb het jaar hiervoor, terwijl ik mijn scenario schreef, verschillende jobkes gedaan om te sparen voor mijn Master. Maar er zijn altijd onvoorziene kosten, muziekrechten die duurder uitdraaien dan verwacht… ik heb zo vaak gevloekt dat ik geen rijke oom had in de filmindustrie! (bij deze een oproep aan mecenassen aller landen: Ik ben uw vriend)
Gelukkig kreeg ik een beurs van DeAuteurs en kon ik rekenen op wat sponsoring.

5) Waar hebt u gedraaid?

In Sint-Gillis, Laeken, Halle en Charleroi. Zeer uiteenlopende locaties.

6) Wat betekent voor u de selectie voor het IKL?

Het is natuurlijk een hele eer en ik voel me erg dankbaar. Het is ook fijn dat het harde werk van cast & crew (lees: 5 draaidagen tijdens de hittegolf, 30 kippen op de set, locatiewissels, …) beloond worden met zo’n mooie selectie.

7) Is er eerder een film van u geselecteerd voor het festival in Leuven?

Nee, dit is dan ook mijn eerste echte fictiefilm.

8) Waarom moeten mensen uw film zien?

Niemand moet iets. 🙂 Maar het mooie aan film is dat je een paar ogen te leen krijgt voor een bepaalde duur. Dus als je de dingen door de ogen van Zoë wilt zien, mijn hoofdpersonage, haar kijk op de wereld en op haar vader, haast je dan maar naar Leuven Kort.

9) Wat is voor u het droomparcours voor uw film? Waar wilt u hem nog vertoond zien?

Ik stuur hem naar zoveel mogelijk plaatsen in, ookal moet ik toegeven dat het hele festivalinsturen soms een echte jungle lijkt. Er zijn zoveel mogelijkheden, zoveel regeltjes. Het is allemaal ook zo nieuw voor mij. Maar ik ben blij dat er platformen zoals Flanders Image bestaan die de dingen wat verhelderen. Het zou fantastisch zijn om ‘Drôle D’oiseau’ in meerdere landen geprogrammeerd te zien, en ik ben ook zeer benieuwd naar de reacties over de grens.

10) Is het maken van een kortfilm een stap in de richting van het langere werk? Of wat is uw uiteindelijke ambitie?

Ik voel dat ik nog enkele kortfilms wil maken voorallleer ik me aan een langspeler waag…maar dat is wel mijn uiteindelijke ambitie.
Het bruist in mijn hoofd en ik probeer per dag enkele uren te schrijven. We zien wel waar dit allemaal naartoe leidt, maar deze selectie en de prijs in Gent heeft me alleszins kracht en enthousiasme gegeven om verder te gaan in deze gekke (film)wereld.
11) Hebt u een site? Een facebookpagina? Zo ja, welke?

https://www.facebook.com/strangebirdshortfilm/

Zie ook :

Anouk Fortunier over ‘Drôle d’oiseau’

Check Also

Luc Vrydaghs over ‘Thank God For The Gift’!

In zijn documentairefilm ‘Thank God For The Gift’ gunt Luc Vrydaghs ons via een geweldige …