Louis Pons en zijn Overpeinzingen bij de Overgang van ’17 naar ’18

Wanneer we mensen uit de sector vragen om vooruit te kijken naar wat mogelijk op ons afkomt, naar het moois dat we kunnen verwachten, is het al vaker een goed idee gebleken om casting-agenten in te zetten. Een groot deel van hun tijd zijn die juist op zoek naar de mensen die het morgen gaan maken.  Zo ook Louis Pons van het Gentse casting-agentschap ‘Le Quartier’, dat recent onder meer zijn inbreng had in de casting van films als ‘Home’, ‘My First Highway’ en ‘Le Ciel Flamand’ en ook tv-series als ‘Het is ingewikkeld’, ‘Beau Séjour’ en ‘Tabula Rasa’.  Mensen dus die weten waarover ze het hebben.  Louis Pons was zo vriendelijk om ook even tijd voor ons te maken. 

1. Waar hoop jij in 2018 op filmvlak mee bezig te kunnen zijn?

Het laatste jaar ben ik heel erg druk bezig geweest met niet-casting gerelateerde zaken zoals het verbouwen van een huis en de productie van een documentaire. Ik hoop in 2018 weer heel wat fijne castings te mogen doen. Ik kijk heel erg uit naar de casting van ‘De Collega’s 2.0’ met Jan Verheyen én naar een internationale tv-reeks die we binnenkort mogen opstarten, waar ik terug met twee goede vrienden kan samenwerken: Joost Wynant en Maarten Goffin. Met hen heb ik de laatste vijf jaar samengewerkt aan de documentaire Sideline’, iets wat een beetje buiten mijn comfort-zone ligt, maar daardoor ook echt wel een boeiende uitdaging was. Die film is na al het harde werk dan ook in de laatste rechte lijn gegaan en zal dit jaar aan het publiek kunnen worden getoond.
2. Welke zijn de Belgische films waar jij naar uitkijkt?
Ik kijk erg uit naar ‘Coureur’ van Kenneth Mercken, waarvoor mijn collega Magali Coremans heel veel gecast heeft. Zij is letterlijk naar alle mogelijke Vlaamse wielerclubs geweest, op zoek naar een toptalent.

3. Is er een Vlaamse filmmaker, acteur, actrice, D.O.P., setdesigner, of iemand anders uit de branche, die we speciaal in de gaten moeten houden?
Ik ben als casting director uiteraard nogal gefocust op acteurs en ik kom regelmatig jonge acteurs tegen waar ik heel benieuwd naar ben en die ik tot mijn frustratie soms niet de kansen kan geven die ze verdienen. Maar jongens die ik zeker in de gaten zal houden zijn bijvoorbeeld: Felix Meyer, Dries NotelteirsMitch Van Landeghem & Aaron Roggeman. Allemaal gasten met een groot natuurtalent en een kop die je op het grote scherm wíl zien.

4. Wie breekt er nationaal en internationaal door?
De laatste jaren lijken onze regisseurs en DOP’s wel grof wild op internationaal vlak. Het zou me dan ook niet verbazen moesten jongens zoals David Williamson (DOP), Dries Delputte (DOP), Jonas Govaerts (regisseur) of Gilles Coulier (regisseur) binnenkort niet meer beschikbaar zijn voor de Vlaamse cinema.

5. Pierre Drouot zal vermoedelijk nog lang niet stoppen met werken, maar zijn taak als directeur-intendant van het VAF zit erop. Wat heeft hij volgens jou als directeur-intendant betekend voor de Vlaamse film?
In welke mate Pierre Drouot daar iets mee te maken heeft, kan ik onmogelijk inschatten, maar het is onmiskenbaar dat er doorheen de Vlaamse film de laatste jaren een stevige frisse wind waait. Een opvallende film of reeks, die ook internationaal doorbreekt, is geen uitzondering meer. Het niveau van de makers gaat steeds omhoog. Het VAF zal daar als belangrijkste financiering orgaan zeker zijn rol in spelen.

6. Heb jij tips voor de nieuwe directeur-intendant van het VAF?
Ik heb de ijdele hoop dat de grenzen tussen de gewesten een beetje mogen vervagen. Het is heel erg moeilijk om bijvoorbeeld met Wallonië of Brussel samen te werken. Er is zoveel potentieel aan de overzijde van de taalgrens én wederzijds respect, alleen wordt samenwerken niet gestimuleerd en zelf ontmoedigd. Dus ik mag hopen dat de volgende intendant een duurzame en interessante samenwerking met de andere gewesten op poten zet, al vrees ik ervoor.
En iets wat me dan weer persoonlijk iets nauwer aan het hart ligt, omdat we de laatste jaren dat gevecht hebben moeten leveren, zou ik een lans willen breken voor documentairemakers. Documentaire is een heel erg onderschat genre. De financiering is echt ongelofelijk complex en heel contraproductief. Waar je bij fictie begint te draaien als je budget rond is, moet je voor documentaire je film al bij wijze van spreken gedraaid hebben voor je het productiebudget  krijgt. Dat is uiteraard heel erg contraproductief en getuigt ook van heel weinig vertrouwen in de makers. Laat ons hopen dat daaraan gesleuteld wordt en ook de Vlaamse documentaire mee kan surfen op die frisse wind die ik eerder vernoemde.

7. Wie mag van jou de nieuwe master worden van het Filmfestival van Oostende?
Ik zou dat heel graag eens zelf doen maar ik vrees dat dat nog niet aan de orde is. En in lijn met mijn vorig antwoord: waarom niet eens een Waalse regisseur? Zo beginnen we gelijk het culturele ijzeren gordijn van de taalgrens te slopen.  Ik zou het regisseursduo van de serie ‘La Tréve’ wel eens een festival in elkaar willen zien boksen.
Zie ook : 

Check Also

Ontdek de trailer van ‘Il Pleut Dans La Maison’!

‘Il Pleut Dans La Maison’ is de alom gelauwerde debuutfilm van de Belgische cineaste Paloma …