Tom Lanoye: “‘Troisièmes noces’ is een autonome en zeer valabele bewerking van mijn boek.”

Momenteel kan je in Brussel en ook in enkele Vlaamse zalen gaan kijken naar ‘Troisièmes noces’, een bewerking door de Franstalige Brusselse regisseur David Lambert van ‘Het derde huwelijk’, de roman van Tom Lanoye. Nadat eerder ook al ‘Het goddelijke monster’ als tv-serie werd bewerkt, intussen de derde langspeler die op een boek van de schrijver gebaseerd is. Eerder zagen we ‘Alles moet weg’ en ‘Sprakeloos’ op het grote scherm.  Het verhaal van ‘Troisièmes noces’ is grotendeels hetzelfde gebleven als in het boek. Martin, homoseksueel en grillige weduwnaar van in de vijftig, krijgt het aanbod om een schijnhuwelijk aan te gaan met een twintigjarige Congolese vrouw genaamd Tamara. Deze twee tegenpolen zullen hun liefde geloofwaardig moeten maken voor de migratie-autoriteiten en door te doen alsof,…  We belden Tom Lanoye even op om te horen wat hij van de film vond.

Tom Lanoye, u hebt intussen de film gezien. Tevreden?

Lanoye: “Ja, ik was zeer onder de indruk. Ik was verrast: Wauw, wat een adaptatie, wat een interpretatie! En absoluut valabel. Ik had bewust afstand gehouden tijdens de productie. Ik had eigenlijk helemaal niets op voorhand gelezen. Ik ben alleen één dag op bezoek gegaan op de set en daar heb ik het scenario niet willen lezen. Ik heb trouwens begrepen dat Bouli Lanners, de hoofdrolspeler, op zijn beurt het boek niet wilde lezen (lacht). Wat ik ook kan begrijpen. Maar ik had de tijd niet om mee te werken, dus dan heb ik liever volledige vrijheid te geven aan de makers. Maar goed, ik heb de film intussen bekeken en ik was zeer onder de indruk van de acteurs. En dan is het altijd even slikken. Bouli Lanners is geweldig. Hij vormt een zeer mooi koppel met Rachel Mwanza.Maar natuurlijk is het als schrijver altijd even slikken. Omdat een film altijd een enorme reductie is van een boek. Dat was bij ‘Sprakeloos’ niet anders. Maar los daarvan is ‘Troisièmes noces’ een hele lieve film geworden. Het boek is veel donkerder. Hier zijn alle mensen redelijk goed. Er zit een lijn in. Het is zeker een bewerking. Ik moest een aantal keren hartelijk lachen ook. En ik werd echt wel vertederd door Bouli Lanners.Ook al omdat ik dat niet van hem verwacht had. Dat is zo’n man-man.  En dan Rachel naast hem. Die is zo echt op het scherm, vind ik.”

Hoe geweldig Bouli Lanners ook is, zijn casting is verrassend te noemen, precies doordat hij zo’n een mannetjesputter is. Maarten Seebregs is in het boek een oude nicht.

Lanoye: “In het boek hoef je niet de hele tijd op dat personage toe te kijken. In een film zit je heel snel bij ‘La Cage aux Folles’. Dat wordt al vlug te veel. Bouli heeft het personage gespeeld zoals hij zelf voelde dat het moest. En dat is goed. Ik vind hem heel geloofwaardig in de korte scènes waar je zijn man in flitsen terugziet. Heel vertederend. Het is zo’n hipster, een hipster-nicht eigenlijk. Juist bijna heel erg macho. Maar die zijn er natuurlijk wel. Misschien moeten we ons gelukkig prijzen. Want die Maarten uit het boek, was heerlijk om te schrijven, maar eigenlijk is hij een ongelooflijke zaag. Iemand die de hele tijd probeert voor te wenden dat hij cynisch is, maar dat is niet zo. Dat kan alleen als er heel veel tekst is.  Die vader is eigenlijk een grote reductie van wat er in het boek staat. Maar David Lambert heeft aan een paar korte scènes genoeg om die verhouding te schetsen. Eigenlijk is dat een gruwelijke scène in het boek. Maar in de film zijn alle mensen een pak aandoenlijker.”

De film is zeker fleuriger en lichter dan het boek.

Lanoye: “Absoluut, het is veel meer een happy end. Het komt op hetzelfde neer: op het einde geeft een Belgische man aan een zwarte vrouw een cadeau zonder iets in ruil te vragen, zonder voorwaarden, zonder aansprakelijkheid en zonder dat nationaliteit eraan te pas komt. Hij biedt haar een kans. Zonder dat er iets tegenover staat. En dat is natuurlijk, in zijn tweede, derde lijn, een heel politiek statement. Wat alleen maar actueler geworden is. Ja, ‘Troisièmes noces’ is een heel actuele film. Iets meer feelgood en iets minder duister-voorspellend dan het boek was.  ‘Zuivering’, dat volgend jaar uitkomt in het Frans, is trouwens nog veel duisterder. Dus ja, ik ben verheugd dat de film zo actueel overkomt. Omdat het verhaal nog duidelijk geschreven is voor de aanslagen en de échte bootvluchtelingenstromen, voor de burgeroorlog in Syrië enzoverder.”

troisiemes-noces-david-lambert

Het is ook wel boeiend om te zien wat een andere cultuur doet met Lanoye.

Lanoye: “Ja, absoluut. ‘Troisièmes noces’ is een heel Belgische film, maar…”

Toch een heel Franstalige.

Lanoye: “Ja, dat is exact wat het is. Ik ben heel blij dat ik tegelijkertijd kan bewijzen van: ‘Zie je wel, je suis un auteur belge’, en dat ‘la Belgique’ intern al multicultureel is. Zoals alle landen. En dat is niet te verwonderen. Het is echt Franstalige cinema en het is toch een boek van mij en het is Belgisch, en Vlaams, omdat het van bij ons komt. En ja, de film zou niet in Nederland gemaakt kunnen zijn, en ook in Frankrijk zou hij anders gemaakt zijn.”

Mis jij Antwerpen in de film?

Lanoye: “Nee, omdat het Franstalig is, kan zij perfect uit Kinshasa komen. En dat komt heel goed uit. In het boek komt zij waarschijnlijk toch wel uit Zuid-Afrika. Ze spreekt wel een mondje Afrikaans, en ze leert heel snel Nederlands. In deze film loopt het gewoon, is het realistisch en krijg je iets Belgisch-surrealistisch vanwege dat decor. Dat is van dezelfde man die de decors van ‘Farinelli’heeft ontworpen. Die heeft zich daar uitgeleefd. Heeft zich mogen uitleven. Als ik een lezing heb in Franstalig België, in Wallonië – Brussel is iets anders, die wanen zich petit Paris – dan krijg ik vaak te horen: ‘Die boeken van jou, dat zijn wij in een andere taal.’ Als je denkt aan ‘de buurt’, ‘le voisinage’in Sint-Niklaas, wat ik beschreven heb in ‘Sprakeloos’, dat is iets wat de Walen heel erg kennen en wat Nederlanders en Fransen voor surrealisme houden. Die typisch Belgisch surrealistische overdrijving zit ook wel in deze film.”

Precies, het zit vol uitvergrotingen die je in een Vlaamse versie wellicht niet zou zien.

Lanoye: “Weet je waar je dat het beste ziet? Bij de officiële huwelijksplechtigheid. Die is niet zoals in het boek in de kerk met mijnheer pastoor, maar in het gemeentehuis van één van de 19 Brusselse gemeenten, met een zwarte schepen of zelfs burgemeester. En er zit dan ook een zwarte ambtenaar aan een loket, duidelijk een Senegalees of zo, die hen uitlacht.  Je ziet het, het is Franstalig België. Als Nederlanders naar die film kijken, die gaan dat onderscheid niet zien. Dat zal er voor hen heel Belgisch uitzien. Maar dat wil zeggen dat België bestaat, volgens mij.”

Mede doordat het personage van Maarten Seebregs in het boek een locatiescout is, werd bij het verschijnen van ‘Het derde huwelijk’ in 2006, meteen al gegist naar een mogelijk verfilming. En antwoordde je dat dit heel moeilijk zou worden. Alleen al omwille van de ‘monologue intérieur’.

Lanoye: “Dat is één van de redenen waarom ik afstand gehouden heb bij dit project. Bij ‘Sprakeloos’ was dat anders. Dat verhaal stond zo dicht bij mij en mijn hachje stond daar op het spel. Toen Hilde mijn advies vroeg, ben ik daar op ingegaan. Maar ik bekijk natuurlijk alles vanuit literaire hoek. Hier zou ik me meteen de vraag gesteld hebben: hoe kunnen we die monologue intérieur omzetten in een filmische taal? Het antwoord is gewoon: niet. Niet. De keuze voor Oostende die ik maakte in ‘Het derde huwelijk’ was ingegeven door de zee: dat is echt het einde van Europa. Zeker na de Brexit. Als je daar de zee instapt, ja, dan stap je weg van Europa. In de film is die locatie vervangen door het hart van Europa, Brussel, maar bevinden we ons bij een waterloop. Dat vind ik een hele mooie vertaling waar ik zelf niet op gekomen zou zijn. Ja, Brussel biedt veel mogelijkheden. Er is een veel grotere vanzelfsprekendheid. Een zwarte schepen in Vlaanderen?  Dat ga je ook niet vinden. Ja, oké, een tijdlang in Sint-Niklaas. Maar dan weet je bijna zeker: dat is een adoptieve kerel. Terwijl in Brussel de kans groot is dat het om iemand gaat die al goed is opgeklommen. Gisteren struinde ik nog rond in de buurt van de Vismarkt. Daar voel je een zekere vanzelfsprekende diversiteit die je in Antwerpen nog niet hebt. Daar is diversiteit problematischer. En in Gent is de diversiteit helemaal niet zo zichtbaar. Wat dat betreft is Brussel een ‘metropooltje’.  Dat kan Antwerpen niet zeggen. Dat blijft een uit zijn voegen gebarsten stad, maar niet een metropool.”

troisiemes_noces

“Maar om terug te keren op je vraag: ja, ik vond het boek moeilijk verfilmbaar.  Hoe moet je dat dan doen? Ik vond het begin bijvoorbeeld fantastisch gevonden (nvdr: met de speech waarin Martin een heel aparte speech geeft op de begrafenis van zijn geliefde). Had ik mijn medewerking verleend, ik zou vooral ballast geweest zijn, een rem op het hele proces. Ik had wel vertrouwen in David Lambert. Ik had zijn films gezien, ‘Hors les murs’ en ‘Je suis à toi’.Deze film past heel goed in de rij. Het is zijn stijl. Het zou een auteursfilm kunnen zijn. Je hoeft het boek niet gelezen te hebben, maar als je het boek leest, krijg je er nog een laag bovenop. Het zijn twee varianten op eenzelfde thema. Wat gek genoeg nog altijd teruggaat op een anekdote die mij ooit overkomen is. Een jaar of dertig geleden werd ik benaderd door een mij onbekende gast die mij geld bood opdat ik een schijnhuwelijk zou aangaan. Ik vroeg toen ook: ‘Waarom ik?’ Zo staat het ook op de eerste bladzijde van het boek. En hij zei: ‘Luister mijnheer Lanoye, dat is illegaal. En wie staat er klaar? Mensensmokkelaars, wapenhandelaars, drugdealers en koeriers, dan heb ik nog liever een jeanet waarvan ik op zijn minst met enige zekerheid kan zeggen dat hij met zijn poten van mijn wijf blijft.’ Letterlijk zo. Ik lag plat van het lachen. Dat hele voorval is bij mij blijven hangen en heb ik later als uitgangspunt genomen om een verhaal te vertellen van iemand die ja zegt op die vraag. En wat daarop volgt, heb ik allemaal een beetje larger-than-life gemaakt, met die drie huwelijken die tegelijkertijd aan de gang zijn en iedereen die iedereen bedriegt. Maar ja, het is een autonome en zeer valabele interpretatie.”

David Lambert had het boek onrechtstreeks leren kennen dankzij Benoît Poelvoorde.

Lanoye: “Dat klopt, op ‘L’intime festival’ in Namen, een literair evenement waar Poelvoorde toen curator van was. Het eerste jaar was ik er aanwezig omdat de vertaling van ‘Sprakeloos’, ‘La langue de ma mère’, toen net uit was. En daar was hij helemaal weg van. En het jaar nadien kwam ‘Troisièmes noces’ en ook daar was hij fan van. Het is iemand die meer leest dan je zou denken.  Ik heb hem daar een paar keer ontmoet.  Een fascinerend figuur. Maar dat heb ik ook met Bouli Lanners. Hij plakt op het scherm. Die warmte die erin zit.”

Zonde toch dat die taalgrens een muur blijft waar Vlaamse en Franstalige films niet over geraken.

Eric Kabongo

Lanoye: “Ja, in die zin ben ik blij dat de film tenminste hier en daar te zien is in Vlaanderen. Want het Frans is niet meer zo populair in Vlaanderen, om het zacht uit te drukken. En toch was er misschien meer met de film te doen. Niet alleen omdat het een verfilming van een boek van mij is, maar ook Eric Kabongo heeft er een grote rol in. Dat is zo’n geweldige acteur. Iemand die al vijftien jaar in Vlaanderen aan de weg aan het timmeren is. Hij zat in ‘Black’, heeft bij Ketnet van alles gedaan, twee jaar geleden nog speelde hij nog een hoofdrol in een heel populaire komedie in Duitsland zit, maar hier in Vlaanderen krijgt hij nog altijd niet de aandacht en de kansen die hij verdient. Hij is ook een heel getalenteerd muzikant. Mocht die kerel blank zijn en meegespeeld hebben in ‘Bevergem’, je zou hem overal zien, in de kranten en op tv. Maar hij heeft blijkbaar niet de mensen die hem kunnen pluggen. En dan zie je wat een verschil het ontbreken van een direct netwerk maakt.  Je moet kansen krijgen om ze te kunnen grijpen.”

 

 

Check Also

Geert Taghon over de verfilming van zijn boek ‘Skunk’!

Geert Taghon is werkzaam in de jeugdzorg en schreef een boek. Hij liet het lezen …