Tomas Leyers (Minds Meet) : Drie op drie in Cannes!

Als iemand weet hoe je een film geselecteerd moet krijgen voor het Festival van Cannes, en dan zeker voor de Quinzaine, dan zal het Tomas Leyers wel zijn.  Drie langspeelfilms heeft hij met zijn productiefirma Minds Meet’ gemaakt en alle drie zijn ze geselecteerd voor het Festival van Cannes.   De eerste was ‘Lost Persons Area’ van zijn levenspartner en regisseuse Caroline Strubbe, die geselecteerd was voor de sectie ‘La Semaine de la Critique’ en daar meteen de SACD Scenarioprijs won,  de tweede was ‘Little Baby Jesus of Flandr’ van Gust Van den Berghe en de derde is ‘Blue Bird’ van diezelfde Gust Van den Berghe, allebei geselecteerd voor de Quinzaine des Réalisateurs.  Je moet dus niet bijzonder veel verbeelding hebben om de vraag te bedenken waarmee ik het gesprek opende : ‘Wat is uw formule een film voor Cannes geselecteerd te krijgen?’

Tomas : “De juiste formule is : de artisticiteit in het kwadraat, exponentieel ten opzichte van de integriteit van de regisseur, gedeeld door het gesjoemel van de producent maal de invloed van de fondsen (lacht). Nee, er is geen formule.  Als er een succesformule zou bestaan om succesfilms en/of festivalfilms te maken, dan zouden de Amerikanen die al lang gepatenteerd hebben.  Het enige dat ik weet is dat we met Minds Meet werken vanuit een soort buikgevoel waarbij we vooral letten op het authentieke van de regisseur, zijn of haar drang om iets te willen vertellen en ook wel op zijn of haar originaliteit. Maar dat is gewoon de zeer subjectieve keuze die we maken.  Ik heb waarschijnlijk de laatste drie jaar het geluk gehad dat onze keuzes overeenkomen met wat bepaalde mensen in een bepaald Zuiders dorp in Frankrijk ook graag zien, weet ik veel.”

 

Bestaat er dan niet zoiets als connecties?  Gaan ze je films niet anders bekijken omdat je werk hen eerder heeft kunnen bekoren?

Tomas :  “Neen kijk naar Jaco Van Dormael twee jaar geleden.  Iedereen zei : ‘Die gaat zeker.’  En toch werd hij niet geselecteerd.  Zelfs de allergrootsten krijgen geen garanties.  Ik denk natuurlijk dat als de gebroeders Dardenne hun film af hebben, dat ze daar eens super-aandachtig naar kijken. En ik denk dat ons verleden een beetje helpt om ervoor te zorgen dat een film van Minds Meet door de Quinzaine en La Semaine zal bekeken worden. For what it’s worth.  Kijken ze dan op een maandagmorgen, dan is al je krediet meteen verspeeld.  Er zijn geen connecties, er zijn geen invloeden …  Er is wel een soort van feedback.  We kregen van   Frédéric Boyer, artistiek directeur van de Quinzaine, wel te horen wat hij er goed en niet goed aan vond. Maar dat wil niet zeggen dat we daar rekening mee houden. De eerste versie die hij dit keer te zien kreeg, was nog niet af, maar hij vroeg of hij toch al iets kon zien.   Zijn reactie was : ‘Ik vind het heel interessant, maar…’ gevolgd door een aantal opmerkingen.  Ondertussen waren we zelf verder aan het werken en we vonden dat een aantal van zijn opmerkingen wel steek hield, maar op andere vlakken verschilden we van mening.  En we hebben dus nergens aanpassingen gedaan die hij had willen zien, maar wij niet.  Het is ook niet zo dat hij zegt : ‘Je moet die bepaalde scène gaan knippen en nog van alles bijdraaien.’.  Nee, het zijn algemene, artistieke aanwijzingen, over zaken waar ik soms ook over discussieer met Gust. In dit geval kun je je bijvoorbeeld de vraag stellen in welke mate je de Afrikaanse problematiek moet aankaarten als je in Afrika draait.  Voor Gust is Afrika een decor voor een verhaal. Het is niet een setting om nijpende Afrikaanse problemen te behandelen. Wat iemand als Boyer ook zegt, je voelt dat hij net als de andere mensen in Cannes een liefde voor de cinema heeft. Daarover valt niet te twijfelen. Die mensen zijn daar non-stop mee bezig, pour l’amour du cinéma. En dat is plezant natuurlijk.  Maar om nu te zeggen : wat is de formule?  Ik weet het niet. Als er al een formule zou zijn, dan zou ik ze uitdrukken in Bonder Zonder Naam-achtige termen als ‘Doe uw eigen ding!’ of zoiets. Maar dat is dan ook weer zo’n boutade dat je er ook niets mee opschiet.”

 

“Iets anders wat ik toch even wil benadrukken: wij maken geen films om naar festivals te gaan. De drie films die we nu geproduceerd hebben – en ook de co-producties – die zijn elke keer ontstaan uit een drang van de regisseur die dit bepaald project wil doen.  Het is nooit vooraf in ons opgekomen dat we met die films festivalpotentieel zouden hebben.  Film is altijd een soort zwarte doos : je stopt er elementen in, je schudt ermee en dan is het achteraf nog zien wat er uitkomt.”

 

In het geval van Gust, heb je er geen moment aan getwijfeld om zijn tweede te produceren?

Tomas : “Nee, toen we op het vliegtuig naar Cannes zaten om daar ‘Little Baby Jesus’ te gaan voorstellen,  heeft hij mij het oorspronkelijke stuk van Maeterlinck gegeven.  Ik heb dat gelezen.  Dat is een wonderbaarlijke LSD-trip.  ‘Zwerm’, eat your heart out, dit is tenminste modern. Het is echt freaky.  Ik had dat boek uit op een uur tijd.  Ik gaf het terug aan Gust en hij zei : ‘En dat wil ik in Afrika doen.’   En ik dacht meteen : ‘Dat lijkt me wel een fijn plan.’   Wetende vooral dat we het geld hadden van de Wild Card.  Want dat waren we van in het begin overeengekomen : we gaan proberen met het geld van de Wild Card een film te maken. Dat is 60.000. euro. “ (nvdr : ieder jaar krijgen twee afgestudeerde filmmakers een Wild Card, op basis van de kwaliteit van hun eindwerk.  Er is ook een Wild Card documentaire en animatie).

 

Je geraakt er met moeite mee in Afrika.

Tomas : “Dat valt wel mee.  Hij is twee keer met de ploeg geweest en één keer alleen.  Toen we terugkwamen uit Cannes, hebben we gezegd : ‘Laten we dit doen.’  Door contacten die hij hier gelegd had, is hij naar Togo gegaan,  is hij zes weken in zo’n dorp gaan wonen, en toen hij teruggekeerd is, hebben wij de productie ineen gestoken en zijn ze met vijf man overgevlogen en hebben ze die film gedraaid.  We hadden gezegd : ‘Doe die 60.000. euro op, verteer ze (op een artistieke wijze) en dan gaan we achteraf wel zien hoe we de postproductie gaan bekostigen. We wisten dat het een gok was : of het zou lukken of niet.  Want in Afrika draaien, of je nu veel of weinig geld hebt, je weet niet wat je te wachten staat. Je kunt je alleen maar in het avontuur storten en zien waar je uitkomt.  We hadden gezegd op voorhand : ‘Als het mislukt, dan monteren we daar een kortfilm van.’  Maar het is wel altijd de bedoeling geweest om een langspeelfilm te maken.  Alleen had ik tegen Gust gezegd: ‘Go wild! Je moet er je van mij niets van aantrekken of je met een film terugkeert of niet.’   En er zijn momenten geweest dat we ons afvroegen of we er niet beter mee konden ophouden.  Hij is de eerste keer vertrokken, heeft een periode gedraaid, is teruggekeerd, heeft gemonteerd en toen zagen we dat er iets mee te doen viel, maar dat er meer nodig was. En  toen hebben we er een stuk van ons eigen geld in gestopt, en zijn ze nog een tweede periode gaan draaien.”

 

Was de samenwerking met Gust te vergelijken met de eerste keer?

Tomas : “De eerste keer was anders.  Toen had ik zijn eindwerk gezien, hij had het al gedraaid, en ik was daar zo door geraakt dat ik contact met hem heb opgenomen en hebt gezegd : ‘Ik vind niet dat dit in een kast mag blijven liggen en ik wil je heel graag helpen dat dit project een volwaardige film wordt.’ Ik heb toen echt die film opgepikt en er middelen en tijd ingestopt om hem af te werken tot een langspeelfilm.  We zijn opnieuw gaan monteren, en hebben we nog wat aan de kleuren en de sound gewerkt, en terwijl we daarmee bezig waren viel de selectie voor Cannes in de bus.  En toen is de bal aan het rollen gegaan. We hadden eerder al een versie naar Berlijn opgestuurd.”

 

 

Is de Gust die voor de tweede keer in Cannes staat een andere Gust dan de Gust die daar de eerste keer stond?

Tomas : “Ja en neen.  Natuurlijk is hij ouder geworden.  Hij is ook een festival ouder.  En intussen is hij ook naar andere festivals geweest.  Toen ik de eerste keer met hem werkte, was hij net van de schoolbanken. Ondertussen heeft Gust ook al in Afrika gedraaid en heeft hij daar serieus wat problemen gekend.  Dit is iemand die al weer meer dingen heeft meegemaakt en dus in die zin natuurlijk ouder en wijzer is geworden. Er is een stuk van de naïviteit weg.  Dat zie je trouwens ook in de film.  Dat is ook logisch, niemand zit in een cocon. Maar voor de rest is hij nog altijd dezelfde sympathieke jongeman.  De erkenning is hem op geen enkele manier naar het hoofd gestegen.  Bijlange niet.  Andere regisseurs zouden na één festivalselectie staan roepen : ‘nu wil ik een film voor een echt budget maken.’  Hij heeft er nu twee achter zich en zegt zelf : ‘De volgende keer nog niet te veel budget hé.’  Hij heeft een soort speelse bescheidenheid.  Niet in zijn afwerken, want hij weet zeer goed wat hij wil en hij kan mensen heel erg motiveren om zijn doel te bereiken, maar hij is niet het type dat hij een limousine eist of weet ik veel wat.  Verre van.“

 

Zijn vorige is niet in het traditionele bioscoopcircuit vertoond. Jullie hebben geopteerd voor de culturele centra.  Krijgt de bioscoopganger zijn nieuwste wel in de bioscoopzalen te zien?

Tomas : “Dat is gekomen doordat we in Cannes keer op keer te horen kregen ‘Mooie film, maar niets voor een groot publiek.’ En dat was ook wat de distributeurs zeiden : ‘Dit is echt wel voor een heel klein nichepubliek.’  Ze hadden natuurlijk niet helemaal ongelijk, maar als je zelf al zegt dat je op klein mikt, dan ga je nooit grote resultaten boeken. Het is niet omdat we artistieke films maken, dat we niet met publiek bezig zijn. We maken misschien geen keuzes om de mensen naar de kassa te lokken, maar dat wil niet zeggen dat we niet hopen dat er mensen komen kijken. Hoe meer, hoe liever.   Ik had er geen zin in om  zoals bij ‘Lost Persons Area’ weer te moeten meemaken hoe onze film na drie weken van alle  affiches verdwenen was.  Daar word je niet vrolijk van. Ik snap natuurlijk wel dat films met vedetten veel makkelijker publiek trekken, ik ben niet onnozel.  Maar door erover na te denken kwamen we op het idee om de film van Gust eens op een andere manier uit te brengen.  Het oorspronkelijke toneelstuk was bedoeld om in kleine zaaltjes te spelen, dus dachten we : als we dat verhaal nu eens zouden terugbrengen naar die kleine zaaltjes.  En we gingen nog verder. We zeiden : ‘We brengen hem uit tussen Kerst en Driekoningen.’ En ik wil dat dit jaar opnieuw doen.  Nog zoiets : Het idee dat een release eenmalig moet zijn. Ik zie niet in waarom.  Ik vind dat het gerust een traditie kan worden dat ieder jaar tussen Kerst en Driekoningen een paar voorstellingen staan geprogrammeerd van ‘Waar de Sterre Bleef Stille Staan’.  En daarna gaat hij weer weg.  Moet je weer een jaar wachten als je hem wil zien. “

 

“Met zijn tweede film liggen de zaken natuurlijk anders. Waar Felix Timmermans zijn werk schreef voor de kleine zaaltjes, is ‘De Blauwe Vogel’ geschreven voor het Theater van Moskou.  We weten nog niet wat we met de film gaan doen, maar we zullen zeker opnieuw zoeken hoe we hem naar zo’n breed mogelijk publiek kunnen brengen.  Gent viert dit jaar het Maeterlinck-jaar, dus er bieden zich mogelijkheden aan. “

 

En welke projecten staan er voor de rest nog op stapel bij ‘Minds Meet’?

Tomas  : “We zijn bezig met de voorbereidingen van de tweede film van Caroline Strubbe.  Daarvoor gaan we in juli het eerste deel draaien.  ‘Deep in a Dream of You’ zal die heten. Het is opnieuw met Kimke Desart.  Eigenlijk is het een vervolg op ‘Lost Persons Area’. Het verhaal gaat verder waar de eerste film stopte.  Maar wie de eerste film nooit gezien heeft, zal aan de tweede film wel degelijk een film hebben.  Met andere woorden, de film staat op zich, net als de eerste, terwijl ze allebei deel uitmaken van een trilogie.  Voor de rest zijn we druk bezig met de eerste langspeelfilm van Bas Devos, die eerder al kortfilms als ‘Taurus’, ‘Pillar’ en ‘The Close’ maakte. En dan is er een ander project met Peter Carpentier, een Vlaming die in Duitsland heel veel ervaring heeft op series als ‘Tatort’ en andere en die is nu aan een langspeelfilm bezig.  En bij Gust borrelt er sowieso altijd wel iets…”

 

Check Also

Boris Van Severen over zijn rol in ‘Skunk’!

Boris Van Severen (‘Belgica’, ‘Déjà Vu’, ‘Arcadia’) konden we tijdens #FFO24 strikken voor een gesprek, …