‘Brabançonne’ wordt hopelijk een Belgisch succes

‘Brabançonne’ is een film met ballen

Vincent Bal is een supertalent. Dat hebben we hier al vaker gezegd en dat zullen we wellicht nog vaak zeggen. Dat was al te zien aan zijn legendarische kortfilm ‘The Bloody Olive’, zijn eerste langspeelfilm ‘Man Van Staal’ getuigde van heel verbeelding en toonde dat hij een gevoel in beelden kon vatten, en toen hij naar Nederland trok, maakte hij er prompt de beste kinderfilm ooit gemaakt : ‘Minoes’. En dat ‘Nono het Zigzagkind’ eveneens een pareltje was, kan je alleen al afleiden uit het feit dat de film simpelweg tot beste jeugdfilm van het jaar werd uitgeroepen tijdens The European Film Awards.  En ja, met ‘Brabançonne’ bevestigt hij al het goeie wat we van hem wisten.  Of veel van het goeie.  Hij toont immers kanten van zichzelf die we helemaal niet kenden.  Teert niet op zijn successen, zijn verworvenheden.  Met andere woorden, hij maakt het zichzelf niet makkelijk. De man wil blijven leren, blijven evolueren.  Chapeau, zeggen we dan.

Een rare Bal 

Hij maakt het zichzelf niet makkelijk omdat hij natuurlijk met een genre uitpakt dat op zoveel vooroordelen en onwil stoot dat hij eigenlijk een 100 meter-spurt start, waarbij hij pas 3 seconden later mag vertrekken. En toch… Geef de film gewoon een kans en spreek dan. Want u moet gewoon maar eens een kijkje nemen naar de reacties na de vele avantpremières om te weten hoe de film moeiteloos alle mogelijke vooroordelen sloopte.  (bekijk bijvoorbeeld HIER het verslag van de Cinevox Happening waar ook wij ‘Brabançonne’ mochten tonen).

Een muzikale Bal

Ja, er wordt dus in gezongen. Maar neen, ‘Brabançonne’ is geen musical.  En ja, er wordt heel mooi in gezongen. Piet Goddaer zou nog spijt kunnen krijgen dat hij Amaryllis Uitterlinden liet gaan als zangeres bij Ozark Henry, toen haar opnameschema voor de film even niet te combineren viel met zijn plannen met de groep.  En niet alleen kan ze zingen.  Het is ook een steengoeie actrice.  Je gelooft haar.  Als ze zingt, als ze zwijgt en als ze spreekt. Ze speelt de dochter van de dirigent van de Vlaamse harmonie (een immer beminnelijke Jos Verbist) die meestrijdt om de titel van beste Belgische en ook beste Europese harmonie.  De moeder is blijkbaar overleden, en zij houdt haar vader en zijn harmonie recht.  Ze is de drijvende kracht achter het gezin, achter de harmonie, achter de film.

Een tweetalige Bal

Vincent Bal nam nog een tweede risico.  Al mag producent Peter Bouckaert dat op zijn conto schrijven.  Bouckaert wou dat het een tweetalige film zou worden. Hij wil al lang dat Vlaamse films ook in Wallonië carrière kunnen maken, en omgekeerd. Het zou ook moeten.  Zonde dat het niet zo is.  Zeker als je ziet hoeveel talent er over de taalgrens zit. Talent dat we hier veel te weinig te zien krijgen en dat wel degelijk goed is.  Dat Franstalige talent is als het Vlaamse : echt en geloofwaardig.  Het zijn Belgen, sire.  Herkenbaar dus. En met uitstraling.  En dan hebben we het niet alleen over de verbluffende schoonheid van een Erika Sainte, die sowieso voorbestemd is om het minstens in de Franse film te maken.  Marc Weiss, Frederik Haughness, Philippe Resimont, Fabrice Boutique, het zijn eigenlijk allemaal namen van over de taalgrens die we hier zouden mogen en moeten kennen. Alleen al als etalage die het talent van de andere kant van het land aan beide kanten van het land kan laten zien, heeft deze film zijn bestaansrecht en zijn waarde.  Dat we Arthur Dupont niet in dat rijtje plaatsen heeft met zijn paspoort te maken.  Hij is Fransman.  Na deze film verdient hij een Belgisch paspoort.

Een gearrangeerde Bal

Gezongen en in twee talen.  Hoeveel drempels kan je nog leggen?  Wel scenarist Pierre De Clercq kwam met een derde : het zou over een harmonieën gaan, mensen die muziek maken die de bioscoopgangers bij de folklore klasseren.  Wel, ook daar passeer je als kijker vlot de opgeworpen drempel. En dat heeft dan weer met het werk van componist-arrangeur Steve Willaert te maken, die alle muziek in een vorm goot die er ook bij moderne oren vlot in gaat.  Het verhaal passeert bovendien niet alleen langs vlaamse en Franstalige schlagers en chansons, de hoempapa-muziek marcheert maar even voorbij, er zitten ook jazzy invloeden in en sommige bekende klassiekers uit het lichtere genre, zoals ‘Tombe La Neige’ van Adamo of het poppy werk van een Lio, ‘Amoureux Solitaires’, krijgen zo’n unieke muzikale aanpak dat je ware hergeboortes meemaakt.

Een Bal met een verhaal

Maar intussen hebben we nog altijd het verhaal niet verteld. Of liever de aanzet tot het verhaal. ‘Brabançonne’ vertelt de strijd tussen een Vlaams (Sint-Cecilia) en een Waals (En Avant) harmonieorkest die allebei meedoen aan een grote Europese wedstrijd. Wanneer de grote ster van het Vlaamse orkest tijdens een voorronde dood neervalt, besluiten de Vlamingen alles op alles te zetten om de grote ster van de Walen te overtuigen met hun orkest mee te spelen. Verraad, maar ook liefde. Woede. Angst.  Respect.  Allemaal grote thema’s.  En er zitten er veel meer in.  Ja, dames en heren, dit is een film die tussen alle lichtheid door ook ergens over gaat.  O, en nog een thema, België.

Een foute Bal

‘Ich habe es nicht gewusst’.  Daarmee pakken de Walen in de film ons aan.  Ja, we zijn weer lekker fout. Maar het is die fout die het hele verhaal in gang zet.  We doen iets dat je eigenlijk niet doen. We zijn vals. Onze fouten uit de oorlog komen weer naar boven. En zo wordt in het begin het clichébeeld dat de twee gemeenschappen van elkaar hebben alleen maar bevestigd. Als de Vlamingen op bezoek gaan bij de Walen, worden er meteen grapjes gemaakt over de werklust van de Walen. Maar zo horen we onszelf bezig.  Hoe onverdraagzaam we zijn tegenover mensen die verdomd goed op ons lijken. Ja, er zit dus een boodschapje in.  En ja, dat is een beetje prekerig.  Maar uiteindelijk kom je met een warm gevoel buiten, heb je een film gezien die je een sfeer weet te vangen die nog bestaat, maar stilaan verleden tijd wordt.  Charme die nog bestaat, maar stilaan verdwijnt.

Een Vlaamse Bal

En spelen er dan naast Amaryllis Uitterlinden en Jos Verbist geen andere Vlaamse acteurs mee, zo vraagt u zich misschien af.  Jawel, maar daar waren we nog niet. Wat meer kunnen we u zeggen dan dat ze zich allemaal uitstekend van hun job kwijten.  Het zijn niet allemaal even goeie zangers, maar iedere keer dat Tom Audenaert met zijn ‘Oh oh, ik heb zorgen’ uitpakt, mikt hij sowieso op de lachspieren, en hij wordt bovendien gediend door de arrangementen van Willaert, de ook andere uitstekende acteurs als Lisa Naert, Koen Van Impe, Michel Van Dousselaere en Marc Peeters, die het beter kunnen zeggen dan zingen, een nootje moet toesteken. David Cantens en Rilke Eyckermans zijn beter bij stem.  Maar niemand overtreft natuurlijk Amaryllis Uitterlinden, die zichzelf hiermee wellicht een carrière aan de twee kanten van de taalgrens heeft bezorgd.  Het zou mooi zijn mocht deze film in Franstalig en Vlaams België scoren.

Nog meer Ballen? Zie ook :

Enkele vragen aan Amaryllis Uitterlinden

Reacties na de Cinevox Happening

Vincent Bal op de set

Tom Audenaert op de set

‘Brabançonne’ in het Cinevox-journaal

Check Also

Vlaamse documentaires in de prijzen in Nyon!

Op het internationale documentairefestival Visions du Réel in het Zwitserse Nyon zijn gisteren de prijzen …