Eva Van der Gucht over De Familie Claus!

Geen witte kerst, maar wel een Vlaamse kerstfilm om te kijken dit jaar. Eva Van der Gucht was één van de acteurs die afgelopen zomer kon draaien voor De Familie Claus.

Ik sta eventjes te schuilen voor de verschrikkelijke regen, maar het is niet koud dus dat scheelt.

Ik heb liever koud dan regen, maar gelukkig zijn er films om mee te schuilen. Ik zag De Familie Claus net, met een piepkleine Eva.

Ja, leuk hè? Het was wat ik zelf het liefste wilde. Ze hadden me eerst voor een andere rol gevraagd, maar toen ik het script las zei ik: “Ik wil ook wel zo’n elf spelen!” en toen hebben ze dat karakter wat uitgebreid.

Mocht je zelf kiezen of je Vlaams of Nederlands sprak?

Ja, maar het was wel vrij snel dat ik dacht: er kan nog wel een Hollander bij, naast al de mooie Vlaamse klanken een Hollandse hysterische elf.

Welke rol hadden ze je dan eerst aangeboden?

De rol die Sien Eggers heeft gespeeld, de vriendin van de mama in de koekjesfabriek. Ook leuk, maar dat was al bekend terrein: een beetje onhandig en komisch. Wat Sien overigens 10.000 keer beter doet, dan ik ooit gedaan zou kunnen hebben.

Toen ik het scenario las dacht ik: Wanneer kan je nu eens een elf spelen? Dat komt nooit voorbij, tenminste vrij weinig in België of Nederland. Ik was heel erg gecharmeerd door die mini-mensjes.

Is het dan een uitdaging om groots te zijn in die kleinheid?

De uitdaging zat in iets anders. In eerste instantie dacht ik: Oh leuk, dan kan ik weer met Jan Decleir samen spelen! Dat was sinds Den elfde van den elfde geleden, dat is toch al wel vijf jaar.

Maar uiteindelijk was Jan Decleir een tennisbal en stond ik gewoon heel vaak alleen op set. Gelukkig waren Stefaan Degand, Janne Desmet en Josje Huisman er wel soms, anders was het gewoon spelen tegen een bal.

We stonden in een Green Key, omdat wij natuurlijk later in het beeld gefotoshopt -of hoe zeg je dat- moesten worden. Ik ben heel slecht in al die technische termen, maar in ieder geval: wij konden niet tegelijkertijd met Jan draaien, want dan waren we even groot. We moesten dus in een lege groene ruimte doen alsof er van alles was.

Als corona er niet geweest was had Jan misschien wel gekomen die dagen, maar het was natuurlijk allemaal heel strikt. De uitdaging was dus vooral: het gezicht van Jan Decleir, met al zijn diepgang en al zijn kleine nuances, proberen projecteren op een kleine en een beetje vies geworden tennisbal.

Het was wel iets wat ik nog nooit gedaan had. Maar soms is het gewoon heel erg moeilijk en kostte het veel energie om alles alleen maar uit jezelf te halen. Soms wou ik gewoon graag een ander mens tegenover mij hebben, om samen mee te kunnen samen.

Plus, het was het eerste project dat ik deed nadat ik maanden thuis had gezeten door de coronacrisis, dus ik dacht ook opeens dat ik het niet meer kon. Plots moet je je metier toepassen op een manier zoals je dat nog nooit hebt gedaan én alles was ook anders geworden: de mondmaskers, je laten testen, …

Nu is dat al een beetje het nieuwe normaal, maar toen wij voor het eerst weer op set kwamen was dat allemaal wel een beetje wennen. Door vier maanden niet zoveel mensen om mij heen gehad te hebben en door al die omstandigheden, was het alsof het iets totaal nieuws was voor mij.

Ik denk dat ik op de eerste dag een aantal takes heb gedaan waarvan ze echt dachten: Nee, die steken we weg, die hoeft niemand ooit te zien. Ik weet nog dat ik op mijn allereerste dag ’s ochtends helemaal alleen moest draaien en zo halverwege de dag kwam Stefaan. Ik was zo gelukkig dat we eventjes iets konden delen met elkaar. In het begin was ik de enige acteur, in een groene ruimte, met een tennisbal.

Stond er eigenlijk iemand naast die tennisbal tegenspel te geven?

Ja, maar het moeilijke was natuurlijk ook dat die op acht meter hoogte hing. We moesten heel de tijd omhoog kijken, het was dus niet mogelijk dat daar iemand stond. We hadden wel het geluk dat Jan en Mo Bakker alle scènes al hadden opgenomen, dus konden we eerst naar die takes kijken.

Ze hadden die al behoorlijk goed gemonteerd, waardoor we hen goed close konden zien, dat dan probeerden te onthouden en te projecteren op die tennisbal. Ondertussen was er iemand die gewoon vrij sec de teksten gaf. Tegenspel is een groot woord, maar wel iemand die de zinnetjes zei van Jan en Mo.

De Ensor voor Beste Acteerprestatie gaat niet naar de tennisbal dus?

Nee, maar pas op: ik was wel blij dat hij er was, het was ook een ijkpunt voor mij. Als ik die tennisbal niet had gehad, waar had ik dan naar moeten kijken?

Figuratie mag je niet onderschatten!

Maar het was dus eigenlijk de eerste keer in je leven dat je eens vier maanden geen werk had?

Natuurlijk ben ik wel eens twee maanden vrij, maar ik heb nooit zonder werk gezeten of zonder uitzicht op werk. Dat is wel absoluut een zegen natuurlijk, dat heeft ook wel te maken met het feit dat ik zowel in Nederland als in België kan werken. Daardoor is mijn werkgebied gewoon groter dan die van de gemiddelde acteur, die alleen in Vlaanderen werkt bijvoorbeeld.

Ondertussen heb je wel alweer iets anders opgenomen, toch?

Ik weet niet of ik daar al veel over mag zeggen ik weet wel dat ze eens van Streamz een making-of zijn komen maken, dus het is geen publiek geheim. Vanaf begin augustus tot eind oktober heb ik Mijn slechtste beste vriendin gedraaid. Dat was heel leuk, met heel veel leuke vrouwen (Maaike Cafmeyer, Kim Hertogs, Clara CleymansElle-June Henrard, Charlotte Anne Bongaerts). De mannen waren ook leuk hoor, maar het mag wel eens vrouwen regenen in de plaats van raining men.

Op dat vlak mag het regenen van mij!

Ik vind dat we soms een beetje achterlopen, wat dat betreft. Ook met inclusiviteit, mensen met verschillende achtergronden. Zo’n serie met gewone vrouwen in de hoofdrol, waar zij echt de hoofdpersonages zijn, is eigenlijk al tien jaar ‘overdo’.

Dat was dus een hele leuke club vrouwen bij elkaar en wij hebben veel plezier gemaakt. Als dat enigszins overkomt op het Streamz-scherm, denk ik dat we iets heel leuks hebt gemaakt.

Er is ook nog Mijn vader is een Saucisse?

Klopt, maar dat wel een heel klein rolletje hoor. Mijn aandeel daarin is niet groot, maar ik heb daar wel een heel goed gevoel bij. Anouk Fortunier is een hele fijne regisseuse om mee te werken, het was een heel mooi script en met fantastische acteurs (Johan Heldenbergh, Hilde De Baerdemaeker).

Ik ben maar drie dagen op de set geweest, maar die waren echt een feest voor mij. Toen ik het script las, wou ik gewoon even langslopen en dag zeggen. Het is de toon en de mooie dialogen, gewoon het soort project waar je onderdeel van wil uitmaken en dan maakt het niet uit hoe groot of hoe klein het aandeel is.

Je aandeel in de Vlaamse filmgeschiedenis is ondertussen al niet meer klein. Proficiat met je twintigjarige carrière! In 2000 is Iedereen Beroemd uitgekomen, hoe kijk je daar op terug?

Oh my god! Met heel veel warmte, ontzettend grote dankbaarheid en heel veel trots ook. Ik heb daar heel veel aan te danken, denk ik. Dat zullen we natuurlijk nooit weten, hoe mijn carrière was gelopen zonder die film. Het was een hele mooie manier om mezelf te presenteren aan het publiek, daar ben ik de film en Dominique Deruddere heel erg dankbaar voor.

Gaan jullie nog ooit een samenwerking doen? Ik wil wel weten hoe het met Marva gaat ondertussen!

Twintig jaar later… ik vind het ook wel mooi om het daarbij te houden. Maar wie weet, ik zeg nooit nooit.

Kan je Lucky Manuelo nog zingen?

Absoluut! Joke Emmers speelde vorig jaar in de musical en toen zijn wij in Van Gils & gasten, samen dat nummer gaan zingen. Ik dacht wel dat ik eerst even naar de tekst moest kijken, maar na de eerste zin kwam het gewoon allemaal terug.

Ik ben helaas niet kunnen gaan kijken, maar tijdens de opnames van de film was ik wél bij je optreden! Ik was toen vijftien en stond de hele nacht in de Carré om te figureren, terwijl jij het nummer steeds opnieuw aan het zingen was.

Echt?! Oh, dat was mijn eerste draaidag!

De mijne ook!

Ik was zo zenuwachtig! Echt? Dat hebben we dan toch weer mooi gedeeld samen.

Dat was toen voor 800 Frank, een hele nacht voor zo’n 20 euro! Ik denk dat het nu 25 is voor figuratie. Gelukkig mocht ik ook wel naar de première komen met mijn moeder, een wild feest was het toen nog niet. Hopelijk is er binnenkort nog eens zo’n première en placeren we daar eens een danske.

Oh ja, een première! Ik las gisteren in De Morgen dat de Roaring Twenties er weer aankomen, dat we allemaal weer heel erg op zoek gaan naar feestjes en contact als dit voorbij is. Ik kan niet wachten, Count me in! Al die premières waar ik normaal vaker van thuisblijf, denk ik nu: Lets go!

De Familie Claus kan je bekijken op Netflix, Mijn vader is een saucisse komt in de zalen in 2021.

Check Also

Ontdek de trailer van ‘Il Pleut Dans La Maison’!

‘Il Pleut Dans La Maison’ is de alom gelauwerde debuutfilm van de Belgische cineaste Paloma …