Al aan de zevende en wellicht gelukkige editie toe!
Voor men aan de momenteel iets zonniger Azurenkust aan het jaarlijkse filmfeestje begint, moeten we hier toch ook nog even terugkeren op de eerste persconferentie van het 7de filmfestival van Oostende, dat dit jaar loopt van 6 tot en met 14 september. Jaja, het zevende al. Het ziet er naar uit dat het een blijver wordt. Voor het eerst ook krijgen we een editie die gesubsidieerd is en die ook enige steun van de stad Oostende bovenop krijgt. En er is ook een internationale competitie. Net zoals communicantjes op die leeftijd, krijgt het festival een eerste zegen. Het is nog ver van volwassen, de korte broek is nog niet ontgroeid, maar de ergste kinderziekten lijken achter de rug. Het festival verdient zijn plek op de festivalkalender. Al blijft het spijtig dat de twee grootste festivals van Vlaanderen slechts een maand van elkaar verwijderd zijn en dus noodgedwongen het gras voor mekaars voeten wegmaaien.
Het festival van de vernieuwing
De eerste jaren werd het festival alom toegejuicht. In Gent was men dringend aan een tweede adem toe en de vernieuwing die Oostende beloofde was meer dan welgekomen. De open kijk die mensen van aan zee hebben, weerspiegelde zich al vlug in de programmatie : games, televisie, alle media die enigszins verwant waren met het grote scherm konden aan bod komen aan zee. Er kwamen gasten waar men in Gent toch met enige jaloezie naar omkeek – Ben Elton, Rik Mayall, Anton Corbijn en
Sofie Gråbøl – en de Vlaamse Filmprijzen – intussen omgedoopt tot De Ensors – gaf de eigen alsmaar groeiende filmsector de waardering die in Gent – zeker na het dumpen van de Platteauprijzen – lange tijd ontbrak. Ook het onderdeel waarin met een bekende master van bij ons werd gewerkt, toonde potentieel. Maar na een 5-tal edities werden vooral de beperkingen van het kleine festival duidelijk. Vooral financiële beperkingen.
Tijd voor profilering
Het is makkelijk om ideeën te hebben, maar ze uitwerken is nog wat anders. Talkshows

langs alle kanten, symposia en speciale vertoningen,… Een affiche is vlug gevuld. Maar als niet alle initiatieven verzorgd, uitgewerkt en gepromoot kunnen worden, dan blijf je al te vaak achter met goedbedoelde pogingen, schaars gevulde zalen en meewarige blikken. Kinderziekten dus. Oostende is op het punt gekomen dat het moet kiezen : zich volledig richten op het verder uitbouwen van de Ensors en die Vlaamse Filmprijzen nog meer allure geven, of echt een volwaardig festival worden. In al hun West-Vlaamse ambities gaan ze voor beide opties, zo werd duidelijk uit de persconferentie van vorige week. Het is de 7de editie, met een beetje geluk is het geluk aan hun kant.
Een festival voor de toeristen
Dat er een festival in Oostende gekomen is, en dat het tot nu toe helemaal gestuurd werd vanuit de Dienst Toerisme, heeft alles te maken met de reputatie van Oostende als kuststad. Een plek die wil leven als de toeristen zich massaal naar het binnenland terugtrekken. Daarom blijft Peter Craeymeersch, gedelegeerd bestuurder van het filmfestival en directeur Toerisme van de stad, ook koppig vasthouden aan die datum in september. Oostende wil het kustseizoen wat rekken en hoopt daarom met onder meer het festival de mensen aan zee te laten blijven. Maar het gros van zij die er blijven zijn gepensioneerden die vaak niet meer goed zien of horen en geen film kunnen volgen. Cinema leeft ook niet in Oostende. De enige bioscoop in de binnenstad, de Rialto, is onlangs definitief gesloten en de massa vindt nog altijd niet de weg naar het Kinepolis-complex, dat aan de rand van de stad, bij de renbaan, gelegen is.
Johan Heldenbergh : een master met inhoud
Maar… de ideeën zijn er. En er is zich nu ook echt een ploeg aan het vormen die voltijds met het festival bezig kan zijn. Dat belooft. Ook de master van dit jaar is een goeie keuze, Johan Heldenbergh, het is een man met inhoud en iemand die niet voor loze engagementen gaat. Als hij ergens zijn schouders onder zet, dan weet je dat iets of iemand zal opgetild worden. Na Barbara Sarafian is er wel opnieuw voor een Gentenaar gekozen. Of dat toevallig is, of een plaagstootje in de richting van de collega’s van Gent, laten we in het midden. Feit is dat het leger aan sympathisanten groeit. Een Bart De Pauw blijft terugkomen naar Oostende en lijkt zich te mogen opmaken voor de titel van juryvoorzitter voor het leven.
Competitie
Het grootste gemis in de vorige edities van het Festival van Oostende was het tot nu toe een volwaardig aanbod van festivalfilms, films die je alleen op festivals te zien krijgt. De ideale manier om festivalfilms naar je festival te halen, is door middel van een competitie. Maar daar is dan ook weer prijzengeld voor nodig. En een jury. En een programmator. Want je wil niet zomaar alle films toelaten. Investeringen dus. Die zijn nu blijkbaar mogelijk. Want er komt zo’n competitie. Alleen moest er nog een thema gevonden worden. Want alleen de topfestivals kunnen zich algemene competities veroorloven. Andere festivals moeten zich profileren. Zoals Gent, dat in alles de nadruk gelegd heeft op de muziek. En daardoor stilaan een wereldwijde reputatie heeft kunnen uitbouwen.
Een Russische programmator uit Duitsland
Eerst en vooral haalde Oostende een programmator binnen met de nodige credibiliteit. Een man met contacten ook. En een man met visie. Niolaj Nikitin, zo heet ie, is één van de vele programmatoren van het Festival van Berlijn. Tenminste, dat werd ons verteld. Maar dat zal ook wel.

Uit een korte babbel met de man bleek duidelijk dat hij van wanten weet. Voor de recentste editie van het festival van Berlijn selecteerde hij 20 films waarvan er 18 in de prijzen vielen, zo wist hij te vertellen. Nikitin is van origine een Rus, maar woont al een hele tijd in Duitsland. In Keulen meer bepaald. Waar ze het wel eens horen donderen. Daar organiseert hij ook een eigen festival dat zich volledig op filmmontage richt. Niches zijn niet nieuw voor hem.
Nikitin was vorig jaar al op het festival van Oostende terechtgekomen, doordat hij bevriend is met Christophe Van Rompaey, regisseur van ‘Aanrijding in Moscou’. En via hem ook met Dries Phlypo, de producer, die blijkbaar ook als adviseur van het festival fungeert. Ja, het is een kleine wereld.
The Look : films om naar te kijken
Nikitin is een man met visie, zo zeiden we, en die visie blijkt ook uit het thema dat hij op de competitie geplakt heeft : ‘The Look’. Films zullen beoordeeld worden op hun visuele kwaliteiten. Want zo zegt nikitin : ‘Daar draait het in film in eerste instantie om : datgene wat het oog te zien krijgt.’ Camerawerk, art-direction en kostuums zullen extra-aandacht krijgen en bekroond worden.
De master zal de functie van juryvoorzitter van de competitie op zich nemen. Johan Heldenbergh dus. En hij zal daarbij geassisteerd worden door de master van vorig jaar, Barbara Sarafian, door Kaat Beels (‘Swooni’ en ‘Clan’) en Uli Hanisch (art-director van films als ‘Perfume’ en ‘Cloud Atlas’). Niolaj Nikitin beloofde dat er ook nog een beroemde D.O.P. aanwezig zal zijn.
Het festival als filmdistributeur
Verwacht nu nog niet meteen wonderen van die competitie. In totaal zullen er slechts 6 films strijden om trofeeën voor product design, costume design, make-up, visuele effecten en camerawerk. Genoeg trofeeën om vrijwel alle gegadigden voor de competitie met een prijs huiswaarts te kunnen sturen. Maar er is nog een lokmiddel. De winnaar van de Award ‘Beste Film’ zal een gegarandeerde release in België krijgen en een marketingbudget van 50.000. euro. En voegde Peter Craeymeersch er tijdens de persconferentie aan toe : ‘Als er geen enkele distributeur geïnteresseerd is om de winnende film te verdelen, dan doen wij het zelf.’
Mensen van achter de schermen in the spotlight
Doordat de competitie vooral het werk zal vieren van mensen die achter de schermen werken, zullen in Oostende vooral mensen in the spotlights komen te staan die in andere omstandigheden in de schaduw blijven. Nobel, maar druist een beetje in tegen wat Oostende de voorbije jaren trachtte te doen : namen lokken, zodat de media zou volgen. In ieder geval, het betekent wel dat er interessant volk naar Oostende komt.
Maar toen Anton Mertens, de D.O.P. van ‘Noordzee, Texas’ en ‘Clan’ onlangs namens de Belgische gilde van de D.O.P.’s een debat organiseerde waar Christian Berger, de D.O.P. van Michaël Haneke en Sean Bobbit, de D.O.P. van ‘The Place beyond the Pines’ en van alle films van Steve McQueen (‘Hunger’, ’Shame’ en ’Twelve Years a Slave’) en van ‘Old Boy’, de laatste Spike Lee, samen met Benoit Debie, de Belgische D.O.P. van ‘Spring Breakers’ rond de tafel zaten, was er in de verste verte geen Belgische journalist te bespeuren. Dus makkelijk zal het niet worden om de spotlights op die internationale competitie in Oostende te richten.
De Helden van Heldenbergh

Het was niet de naam van Heldenbergh die er Peter Craeymeersch had toe aangezet om met ‘De Jonge Helden’ uit te pakken. Blijkbaar zet het Festival van Utrecht het jonge talent ook ieder jaar in de kijker. Het moest van alles een beetje zijn en ook aansluiten bij het nieuwe gezicht van Oostende, dat ook talent van achter de schermen in de bloemen wil zetten. Peter Craeymeersch probeerde Johan Heldenbergh aan te kondigen in het Gents, maar dat lukte niet al te best : ‘Mijn Gents is niet goed…’ Een zoveelste knipoog? In ieder geval best grappig dat er met Heldenbergh weer voor een Gentenaar gekozen werd. En dat hij enkele jonge Gentenaars met zich meebracht die vroeg of laat ook nog wel op het Festival van Gent zullen gevierd worden. De jonge Gentenaars in kwestie zijn actrice Charlotte De Bruyne (‘Little Black Spiders’ en ‘Flying Home’, de nieuwe van Dominique Deruddere) en Lennie Van Wesemael, de regisseuse van speelse kortfilms als ‘Dancing with Travolta’ en ‘Dans met Mij’ die momenteel ook aan een eerste langspeelfilm werkt. Geluidsman Karel Dewaele is slechts een halve Gentenaar. Hij woont er, maar is afkomstig uit Kortrijk. Terwijl David Williamson dan weer een band heeft met Oostende via Gilles Coulier. Hij is de vaste D.O.P. van Gilles Coulier die straks met zijn ‘Mont Blanc’ meedingt in de officiële kortfilmcompetitie van Cannes. ‘Mont Blanc’ mocht vorig jaar nog het Filmfestival van Oostende openen, voor ‘Little Black Spiders’. Wat van verwacht wordt in Oostende, wisten de jonge helden op het moment van de persconferentie zelf nog niet goed. We laten ze hier binnenkort alle 4 aan het woord.
De Ensors
Het is de vierde keer dat het Filmfestival van Oostende de Vlaamse Filmprijzen uitreikt. Sinds vorig jaar zijn die prijzen herdoopt tot ‘De Ensors’, wat iets schilderachtiger klinkt. Feit is dat de hele Vlaamse filmindustrie ten volle achter die uitreiking staat en dat dit onderdeel van het festival zich in korte tijd heeft ontpopt tot een blijver. Al mag ook die uitreiking best nog groeien. Zoals de meeste gala-avonden is de uitreiking eigenlijk een redelijk saaie bedoening. Maar dat er oog is voor de prijzen en de winnaars ervan, dat staat intussen als een paal boven water. Eb of vloed, het doet er niet toe.
Bart De Pauw is dus weer juryvoorzitter en waar de jury in het verleden al eens bestond uit personaliteiten uit de meest uiteenlopende sectoren, werd nu vooral gekozen voor mensen die de meeste van hun strepen in de tv-branche hebben verdiend. Weliswaar met werk dat vaak filmische kwaliteiten heeft, maar toch… Anderzijds, de mensen uit de filmbranche zijn dan wel alle drie zwaargewichten. Kleppers zeg maar. Bart De Pauw zelf heeft natuurlijk het scenario van ‘Loft’ geschreven, maar is voor de rest vooral de man achter briljante series als ‘Het Geslacht De Pauw’ en ‘Quiz Me Quick’. Jan Matthys is de regisseur van tv-reeksen als ‘De Smaak van de Keyser’ en ‘Quiz Me Quick’ en Mike Verdrengh zat destijds in enkele films als ‘Lijmen/het Been’ en is ook bekend van reeksen als ‘Keromar’, ‘De Rodenburgs’ en ‘Salamander’. Malin-Sarah Gozin is de scenariste van ‘Clan’ en ook de nieuwe tv-serie ‘Connie & Clyde’. Danny Elsen is dan wel een echte filmman. Hij is de D.O.P. van onder meer ‘De Zaak Alzheimer’ en ‘Loft’. Peter Bouckaert is één van Vlaanderens belangrijkste producers. Het is eigenlijk een wonder dat hij eens in de jury kan zetelen, want het gebeurt zelden dat hij geen film heeft in de selectie. Hij is de man achter ‘Swooni’, ‘Tot Altijd’, ‘Dossier K’ en ‘Ben X’. En momenteel heeft hij onder meer ‘Marina’ van Stijn Coninx, ‘Het Vonnis’ van Jan Verheyen en ‘De Behandeling’ van Hans Herbots in productie. Maaike Neuville heeft zich in korte tijd ontpopt tot één van ’s lands meest geliefde jonge actrices. Dat heeft ze vooral te danken aan haar tv-werk in ‘Van Vlees en Bloed’, ‘De Smaak van de Keyser’ en ‘Clan’, maar na haar rollen in ‘De Indringer’, ‘Dirty Mind’, ‘Code 37’ en ‘Weekend aan Zee’ mag ze zich intussen ook met recht en reden een filmactrice noemen. Ze heeft trouwens zelf al een kortfilm geregisseerd. De laatste naam uit de rij is de mooiste : Koen De Graeve, één van de absolute leading men van de Vlaamse film. Met zijn rollen in ‘Dagen Zonder Lief’, ‘De Helaasheid der Dingen’ en ‘Tot Altijd’ werd hij een superster. En dat is hij ook in de wereld van het theater en de televisie. Ja, dat is een jury die we kunnen vertrouwen. Vol mensen met verstand en met verstand van zaken.

Tal van andere activiteiten, zoals de Dag van het Beroep en Café On Tour, zullen we hier later nog uitgebreid belichten. Maar als u niet kunt wachten, neem dan vooral een kijkje op www.filmfestivaloostende.be
De foto’s op deze pagina zijn van de officiële festivalfotograaf Pieter Clicteur,van wie momenteel een tentoonstelling loopt van zijn Oostendse foto’s in de Venetiaanse Gaanderijen