Vlaamse film beleeft hoogdag in Venetië

Zaterdag was een dag dat de Vlaamse film uitdrukkelijk aanwezig op het 73ste Filmfestival van Venetië, en ook al stond het Vlaamse talent in nevensecties genoteerd, ze schitterden zodanig dat hun ster over het hele Lido fonkelde.

Fien Troch mocht het feest openen in de vroege namiddag. Een ondankbaar uur waarop ze dan nog eens een donkere, zij het heel hoopvolle film serveerde met ‘Home’.  Over jonge mensen die de jaren van het intense zoeken niet kunnen terugvallen op een thuis. Moeders en hun kinderen. Daar gaat de film over.  De kinderen zijn tieners. De moeders zijn mensen die zelf niet goed in hun vel zitten. In de moederrollen zien we Karlijn Sileghem, Els Dottermans en Els De Ceuckelier. Fien Troch, die het script van de film schreef met haar partner en monteur Nico Leunen, kiest zoals zo vaak voor een gedurfde aanpak om haar verhaal vorm te geven.  In een 4/3 formaat en in documentaire stijl.  Maar wie denkt daardoor belemmerd te worden in zijn kijkervaring, kan beter dat vooroordeel opzij zetten. Met stuk voor stuk intense vertolkingen, van de eerder genoemde actrices, van Robbie Cleiren, Jan Hammenecker en Jeroen Perceval ook, maar vooral van het jonge acteergeweld dat de jongeren uit het verhaal tot leven laat komen : Sebastien Van Dun, die in Screen Daily al vergeleken wordt met James Dean en de jonge Sean Penn, maar even goed van Lena Suijkerbuijk, Mistral Guidotti, Loic Bellemans en tal van anderen.  De muziek van Johnny Jewel bovenop al die ruwe rauwheid, zwiert je als kijker richtingen uit die je helemaal niet voelt aankomen in ‘Fien Troch’.  Die staande ovatie van tien minuten was dus geen toeval.

Nog langer duurde het applaus voor de film van Peter Brosens en Jessica Woodworth, de makers van ‘Khadak’, ‘Altiplano’ en ‘Het Vijfde Seizoen’ die graag gezien gasten zijn op het Festival van Venetië.  De 1400 beschikbare plaatsen in de Sala Darsena waren bezet nog voor alle rijen wachtenden binnen waren.  Frustratie buiten, groot jolijt binnen. Want de tederheid, de zachte weemoed waarmee Peter Van den Begin gestalte geeft aan de koning der Belgen die in ‘King of the Belgians’ de naam Nicolas III heeft meegekregen, is zeer aandoenlijk en in de absurde omstandigheden waarin de Belgische vorst uit het verhaal verzeilt, ook heel grappig.  Geschaterd werd er, geapplaudisseerd tijdens de vertoning.  En er werd gesnikt ook.  Want de lieve loser die de koning is, is vooral een triest man die gedwongen wordt om als marionet door het leven te gaan.  Hij is met zijn gevolg op staatsbezoek in Istanboel.  Hij wordt daarbij vergezeld door  cameraman Duncan Lloyd (Pieter van der Houwen), die een reportage dient te draaien om het imago van de koning wat op te smukken, een garderobe-verantwoordelijke (Titus De Voogdt), en zijn protocolbeamten, vertolkt door de Waalse Bruno Georis en Lucy Debay. Ook zij schitteren in hun functies en hun rollen. Als plots het nieuws binnenrolt dat Wallonië zich van België heeft afgescheurd, wil de vorst zo snel mogelijk naar zijn land terug. Maar dan barst een zonnestorm los, en is alle communicatie onmogelijk.

Opgenaaid door de twee mannen die hem kleden en filmen, besluit de koning dan maar over land en dwars door de Balkan naar huis te reizen. In het grootste geheim dan wel en samen met zijn kleine kern aan vertrouwelingen. De ene keer overgieten Brosens en Woodworth hun film met klassieke muziek die de koning in zijn statigheid bevestigt, de andere keer doen ze het met traditionele Bulgaarse gezangen. De film is trouwens een Belgische-Nederlands-Bulgaarse coproductie.

De Italianen op het Festival van Venetië gingen compleet uit de bol voor deze film. Peter Van den Begin werd een uur in beslag genomen als decorstuk bij de vele selfies. Alsof hij de marionet was die hij speelde.  Een marionet die tot leven komt, in de film.  De koning wordt mens en vindt dat geweldig. En ook wij vonden dat geweldig.

 

Wat we niet konden zien was ‘Coffee’, een Italiaans-Chinees-Belgische co-productie.  Producent Bart Van Langendonck zorgde voor het Belgische aandeel van dat verhaal dat voor een derde in Antwerpen werd gedraaid. Met een Koen De Bouw die een stuk schorremorrie speelt en in het plat Antwerps spreekt. Voorzien van een tatoeage in zijn nek. En zo gaat Koen De Bouw alsmaar internationaler.  Hij was ook in Venetië. Eventjes.  Een blitsbezoek.  Want al die kansen voor de Vlaamse topper maken tijd wellicht zijn meest schaarse goed. Momenteel is hij in België nog bezig aan de opnamen van het tweede seizoen van de serie ‘Professor T.’ Binnenkort begint hij aan de opnamen van ‘Het Tweede Gelaat’ van Jan Verheyen.  En het is natuurlijk uitkijken ook naar de première van ‘De Premier’.  Benieuwd of hij daar nog bij zal kunnen zijn. Want binnenkort vertrekt hij dan voor vijf maanden richting Amerika.  Waar hij een vaste rol heeft in de serie ‘The Last Tycoon’.  Talent van bij ons is door geen grenzen meer te stoppen.

 

 

 

Check Also

Luc Vrydaghs over ‘Thank God For The Gift’!

In zijn documentairefilm ‘Thank God For The Gift’ gunt Luc Vrydaghs ons via een geweldige …